Artikel 5
Toekenning hoger salaris en/of salarisanciënniteit bij aanstel
ling
1. Aan een ambtenaar van 22 jaar of ouder kan bij aanstelling
een door burgemeester en wethouders vast te stellen salari
sanciënniteit worden toegekend tot het maximum van de op
zijn functie betrekking hebbende schaal.
2Evenzo kunnen Burgemeester en Wethouders bij aanstelling van
een ambtenaar jonger dan 22 jaar bepalen, dat voor de
vaststelling en verhoging van het maandsalaris zal worden
afgeweken van zijn leeftijd.
3In geval van bevordering wordt de salarisanciënniteit door
toepassing van het eerste lid, zodanig vastgesteld, dat het
maandsalaris in de nieuwe functie te allen tijde uitgaat
boven het maandsalaris dat de ambtenaar in de verlaten
functie zou hebben genoten.
Artikel 6
Ingang, uitbetaling en einde bezoldiging en berekening over
gebroken tijdvakken:
1. Het genot van de bezoldiging vangt aan met de dag, waarop de
aanstelling ingaat. Indien in het besluit van benoeming geen
datum van ingang is vermeld vangt het genot van de bezoldi
ging aan met de dag waarop de functie is aanvaard.
2. De bezoldiging wordt per maand uitbetaald.
3 Het genot van de bezoldiging eindigt op de dag van ontslag
uit de functie of met ingang van de dag na het overlijden
van de ambtenaar.
4. In gevallen, waarin de bezoldiging of de kortingsbedragen
moeten worden berekend over een gedeelte van een maand,
wordt de bezoldiging of korting per dag vastgesteld door de
bezoldiging of korting per maand te delen door het aantal
dagen van de desbetreffende kalendermaand.
Artikel 7
Bijzondere omstandigheden:
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, treffen
burgemeester en wethouders de nodige voorzieningen.
Artikel 8