11. VOORSTEL OM AKKOORD TE GAAN MET DE UITBREIDING VAN HET
AANTAL OPENGESTELDE DAGDELEN VAN DE PEUTERSPEELZAAL HUMPIE
DUMPIE TE BA VEL.
Naar aanleiding van een vraag in de commissie, licht wethouder ROPS toe dat per 1 februari in
Bavel 194 peuters van 2-3 jaar gebruik zouden kunnen maken van de peuterspeelzaal. Op dit
moment maken 140 peuters daar werkelijk gebruik van. Een groot aantal zit dus nog elders.
De heer VAN DE PUT stelt voor, gezien deze grote aantallen, de verkleinwoordjes bij 'Humpie
Dumpie' weg te halen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
12. VOORSTEL TOT TWEEDE WIJZIGING VAN DE BOUWVERORDENING
NIEUW-GINNEKEN 1992.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
13. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE BRANDBEVEILIGINGSVEROR
DENING NIEUW-GINNEKEN 1994.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
14. VOORSTEL OM GEEN MEDEWERKING TE VERLENEN AAN HET VERZOEK
TOT WIJZIGING VAN HET BESTEMMINGSPLAN.
De heer WILLEMSEN vindt het jammer dat louter op formele gron-den deze zaak toch enigszins
gemakkelijk wordt afgewezen. Het betreft hier een ondernemer die hier al jarenlang, buiten de
bebouwde kom, zit en die bedrijfsmatig een bepaalde uitbreiding nodig heeft. In het voorstel wijst
het college op eventuele precedentwerking. Hij zou dan toch graag eens op een rijtje zien wat dat
verder zou kunnen inhouden.
De heer POSTHUMA merkt, mede in reactie op de heer Willemsen, op, dat we weliswaar
bedrijven liever niet binnen het dorp hebben, maar dat het hier gaat om een detailhandelsbedrijf
wat we nu juist wel binnen de dorpskom zouden willen hebben. Ver-der vindt hij dat de zaak niet
louter op formele gronden wordt afgewezen. Ook inhoudelijk is zijn fractie het er mee eens dat het
belangrijk is in die kernrandzone geen wildgroei te laten ontstaan van bouwwerken die daar niet
thuishoren.
De heer VAN YPEREN merkt op dat het niet over een winkel gaat die we in de dorpskom willen
hebben, maar over een magazijn dat daar zeker niet thuishoort. Wij hebben geen industrieterrein,
hoewel er plannen zijn iets op te richten. Over de termijn waarop een en ander gerealiseerd kan
worden is echter nog geen zinnig woord te zeggen. Dat betekent dat er voor iedereen in Ulvenhout
die dat soort activiteiten wil ondernemen, geen enkele mogelijkheid is dat te doen. Hij is het eens
met het feit dat er een strak beleid gevoerd wordt in het buitengebied, maar ook in de kernrandzo
ne. Daar deze ondernemer echter niets anders aangeboden kan worden, pleit hij voor een oplossing
in de zin van een tijdelijke vergunning, tot het moment waarop we iets anders te bieden hebben.
Dat moet, ook in de kernrandzone, toch zeker mogelijk zijn.
De heer BASTIAANSSEN zegt, aansluitend op het gezegde van de heer Posthuma zich een
discussie te herinneren over een bedrijf in het buitengebied, dat eigenlijk op een industrieterrein