thuis zou horen. Het betreffende bedrijf is inmiddels zo groot geworden dat het financieel niet meer mogelijk is het naar elders te verplaatsen. Als we met dit verzoek instemmen voorziet hij hier op termijn hetzelfde probleem. De heer PAULUSSEN steunt het collegevoorstel. Hij vindt dat agrarisch gebied agrarisch moet blijven. Hij wil ook niet nog meer precedentwerking dan we in het verleden al gehad hebben. De heer VAN YPEREN wil duidelijk stellen dat het niet de be-doeling is dit tot een algemene regel te maken. Hij wil ook geen wildgroei uitlokken, noch investeringen doen die nooit meer terug te draaien zijn. Aan een voorlopige vergunning wil hij de stringente voorwaarde verbinden dat er te zijner tijd naar het industrieterrein gegaan wordt. De heer VAN GESTEL merkt op dat op 400 meter afstand een in-dustrieterrein in ontwikkeling is. Hij vindt dit dus geen steekhoudend argument. De heer MARTENS sluit zich aan bij de heer Van Yperen. Een tijdelijke ontheffing biedt de betrokkene in ieder geval enig soelaas en uiteraard heeft deze dan de plicht om later naar het industrieterrein te gaan. Wethouder VAN DER WESTERLAKEN wijst op het beleid van de raad om niet agrarische bedrijvigheid zoveel mogelijk uit het bui- tengebied te weren. Hetgeen de heer Bastiaanssen gezegd heeft, spreekt hem wel aan. We hebben al ervaring met sterk gegroeide bedrijven die later vooral om financiële redenen niet meer verplaatsbaar waren. Hij is het eens met de heer Van Gestel dat er hopelijk op korte termijn in Ulvenhout een industrieterrein zal komen, waar dan mogelijkheden te over zijn. Hij is er geen voorstander van om nu uitzonderingen te maken. De heer VAN YPEREN vult richting de heer Van Gestel aan dat juist door de aanwezigheid van een industrieterrein op 400 meter afstand, de mogelijkheid tot verplaatsen er zeker is. De heer J. VAN GILS vraagt de wethouder ook eens in te gaan op de argumenten van mensen die voor zijn, bijvoorbeeld de heer Van Yperen. Verder zou hij graag horen wat de wethouder bedoelt met 'op korte termijn'. Zo'n bedrijf kan wel even wachten, maar geen vier of vijfjaar. De heer VAN GESTEL verwacht dat het industrieterrein volgend jaar gereed is. Hij vindt het niet realistisch om iemand nu een tijdelijke bouwvergunning te geven, hem investeringen te laten doen en dan te zeggen dat hij over vijf jaar naar het industrieterrein moet. Wethouder VAN DER WESTERLAKEN is van mening dat het huidige beleid moet worden volgehouden. Wat de term 'korte termijn' betreft, hij hoopt toch in een jaar tijd het bestemmings plan industrieterrein Ulvenhout gereed te hebben. Daarvoor zijn weliswaar twee partijen nodig, maar het college hoopt er de vaart in te houden. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 15. VOORSTEL TOT DE DEFINITIEVE BEëINDIGING VAN DE CHEMISCHE ONKRUIDBESTRIJDING. De heer PAULUSSEN vindt het een uitstekend voorstel. Hij vraagt, naast de reeds gemaakte uitzondering, eveneens een uitzondering te maken voor niet zo druk bereden straten, waar veel gras en onkruid voorkomen en waar in regenachtige perioden gevaarlijke situaties ontstaan. Wethouder VAN DER WESTERLAKEN zegt na twee jaar experimenteren toch wat ervaring te hebben opgedaan. Hoewel het afgelopen jaar vrij nat was, is de zaak toch onder controle gebleven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 255