deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het
vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van
de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak
op een vergoeding vervallen.
5. De bepalingen in deze verordening laten onverlet de ver
antwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van
hun kinderen.
Artikel 3 Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toeganke
lijke school.
1Een vergoeding van de vervoerskosten wordt toegekend over
de afstand tussen de woning van de leerling en de dichtst
bijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij
vervoer met betrekking tot een verder weggelegen school
voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en
de ouders met het vervoer naar die school instemmen.
2Indien ouders een vergoeding van de vervoerskosten
aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere
afstand van de woning is gelegen dan in artikel 10 of 14
is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde
onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat
slechts aanspraak op een vergoeding naar deze school als
door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij over
wegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan
wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzon
dere scholen, van de soort waarop de leerling is aange
wezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 4 Uitbetaling van de vergoeding.
Burgemeester en wethouders bepalen bij de toekenning van een
vergoeding van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van
de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de vergoeding.
Artikel 5 Aanvraagprocedure.
1Een aanvraag voor een vergoeding van de vervoerskosten
wordt door de ouders bij burgemeester en wethouders inge
diend
2. De in het eerste lid bedoelde aanvraag geschiedt, indien
het betreft een aanvraag voor het nieuwe schooljaar, voor
1 juni voorafgaand aan dat nieuwe schooljaar.
3. Burgemeester en wethouders beslissen bij een aanvraag als
bedoeld in het tweede lid, voor 15 juli voorafgaand aan
het nieuwe schooljaar.
4Indien de ouders een aanvraag voor een vergoeding van de
vervoerskosten indienen voor het nieuwe schooljaar, na de
datum als bedoeld in het tweede lid, dan wel indien de
ouders een aanvraag indienen gedurende het schooljaar,
beslissen burgemeester en wethouders binnen zes weken na
ontvangst van het aanvraagformulier.
5Burgemeester en wethouders kunnen de in het derde en vier
de lid bedoelde beslissing ten hoogste vier weken ver
dagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de in het
derde en vierde lid genoemde termijnen schriftelijk mede-