Artikel 8 Peildatum leeftijd leerling
Voor de toekenning van een vergoeding op basis van artikel 11
is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het
schooljaar waarop de vergoeding betrekking heeft.
Artikel 9 Andere vergoedingen
Een vergoeding ingevolge Titel 3, wordt verminderd met de aan
spraak op een toelage, voor zover die voor de betreffende
leerling terzake van vervoerskosten bestaat, op grond van de
Wet op de studiefinanciering.
TITEL 2 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN
VAN SCHOLEN VOOR BASISONDERWIJS.
Artikel 10 Vergoeding op basis van de kosten van openbaar
vervoer
Burgemeester en wethouders kennen een vergoeding toe op basis
van de kosten van het openbaar vervoer, aan de ouders van de
leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, indien de
afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toe
gankelijke school 6 kilometer of meer bedraagt.
Artikel 11 Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer
ten behoeve van een begeleider.
1. Indien aanspraak bestaat op een in artikel 10, bedoelde
vergoeding, vergoeden burgemeester en wethouders tevens de
kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een bege
leider, in het geval de leerling jonger dan 9 jaar is en
door de ouders ten behoeve van burgemeester en wethouders
genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat
is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.
2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk bege
leidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer
ten behoeve van één begeleider voor vergoeding in aan
merking
Artikel 12 Vergoeding op basis van de kosten van aangepast
vervoer
Burgemeester en wethouders kennen een vergoeding toe op basis
van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de
leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, indien
voldaan wordt aan het criterium van artikel 10, en
a. de leerling, naar het oordeel van burgemeester en wet
houders, is aangewezen op het openbaar vervoer onder
begeleiding, doch waarvan door de ouders ten behoeve van
burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat