2
Uitzondering
Op grond van lid D onder II geldt dit verbod niet voor werken
of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen
en/of geschieden in het kader van een normale agrarische
bedrij fsuitoefening
1Is vergunningaanvraag in dit geval nodig?
Geen sprake van uitzondering
In tegenstelling tot hetgeen in beroep aangevoerd wordt door
de heer J. van Ginneken zijn wij van mening dat bij het aan
brengen van een compleet nieuw drainagestelsel ter vervanging
van een versleten en al geruime tijd niet meer goed en zelfs
niet meer werkende drainage nooit sprake kan zijn van normaal
onderhoud en beheer en/of normale agrarische bedrijfsuitoefe
ning
A. Geen normale agrarische bedrijfsuitoefening
Uit bladzijde 86 van de toelichting die deel uitmaakt van het
bestemmingsplan blijkt, dat het leggen van drainagebuizen niet
wordt gezien als een werk dat geschiedt in het kader van de
normale agrarische bedrijfsvoering. Het gaat hier duidelijk om
een cultuurtechnische verbetering.
B. Geen normaal onderhoud en beheer
Van normaal onderhoud en beheer in het kader van de agrarische
exploitatie van het perceel is geen sprake wanneer er een
compleet nieuw drainagestelsel in een perceel wordt aange
bracht waarin een oude, niet meer werkende drainage ligt. Dit
heeft immers voor de waterhuishouding hetzelfde effect als het
aanbrengen van drainage in een perceel waarin geen drainage
ligt.
Ook tegen de achtergrond van de totstandkoming van dit voor
schrift ligt deze conclusie voor de hand:
Het aanlegvergunningstelsel is opgenomen om werken en werk
zaamheden die een relatief ingrijpende wijziging met zich mee
kunnen brengen per geval vooraf aan een toets op de toelaat
baarheid ervan te kunnen onderwerpen, in het licht van de
bestaande of potentiële waarden van het perceel.
Van normaal onderhoud of beheer in het kader van de agrarische
exploitatie van de grond zijn dergelijke ingrijpende gevolgen
niet te verwachten, zodat de vergunningplicht hiervoor niet
hoeft te gelden.
C. Geen recht in verband met werking tijdstip vaststelling be
stemmingsplan
De heer Van Ginneken merkt verder nog op, dat de oude drainage
nog goed werkte ten tijde van het vaststellen van het bestem
mingsplan. Voor zover hij daarmee bedoeld een beroep te doen
op het overgangsrecht kunnen wij u mededelen dat dit hier niet
van toepassing is:
het overgangsrecht van het bestemmingsplan heeft betrekking op
bebouwing in strijd met de bestemming of de voorschriften, en
het gebruik van de opstallen of de grond in strijd met de
bestemming. Van het laatste is geen sprake en er is geen
overgangsregeling opgenomen met betrekking tot aanlegvergun-