3 ningplichtige werken of werkzaamheden, zodat ook om deze reden teruggevallen dient te worden op artikel 6. 2Aan welke situatie dient de aanvraag te worden getoetst? Toetsing vergunning Nu gelet op het bovenstaande voor het aanbrengen van het nieuwe drainagestelsel een vergunning nodig is, dient deze getoetst te worden aan de criteria genoemd in lid D onder III. De heer Van Ginneken is van mening, dat hierbij niet uitgegaan moet worden van een vergelijking met de huidige situatie, maar met de situatie waarin de oude drainage nog goed werkte. Rechtszekerheid Elke vergunningaanvraag - of het daarbij nu gaat om een aan leg-, bouw-, horeca-, milieu- of andere vergunning - wordt altijd getoetst aan de hand van feiten en omstandigheden zoals deze gelden ten tijde van de aanvraag. Een uitzondering is alleen dan op zijn plaats, als de voor- schriften hier nadrukkelijk ruimte toe bieden c.q. opdracht toe geven, bijvoorbeeld in de vorm van overgangsrecht. De rechtszekerheid verlangt immers dat zo'n ingrijpende afwij king van de geldend rechtsregels van tevoren duidelijk wordt vastgelegd Geen overgangsrecht Hierboven is al geconstateerd, dat artikel 44 met daarin diverse overgangsbepalingen hier niet aan de orde is. Artikel 6huidige situatie Ook artikel 6 van het bestemmingsplan biedt voor de redenering dat een afwijkend toetsingsmoment gehanteerd dient te worden geen enkele steun. Redelijkheid? De heer Van Ginneken merkt op, dat de redelijkheid echter een dergelijke toets aan het verleden verlangt. x Dit zou weliswaar in zijn belang kunnen zijn, maar hiertegen over staat, dat hiermee totaal voorbij wordt gegaan aan de overige door het bestemmingsplan te beschermen belangen (behoud en/of herstel van aanwezige natuurwetenschappelijke waaarden)waarvoor de redelijkheid en de rechtszekerheid verlangt dat wèl aan de bestaande situatie wordt getoetst. Willekeur niet toegestaan Bovendien had de aanvrager ongetwijfeld wèl toetsing aan de huidige situatie verlangd indien de oude situatie duidelijk ongunstiger was, "omdat het bestemmingsplan geen aanleiding geeft tot een andere toets" In redelijkheid kan van het gemeentebestuur niet verlangd worden dat zij overgaat tot willekeur bij haar besluitvorming door in strijd met de geldende rechtsregels verschillende toetsingsmomenten te hanteren en dus met twee maten te meten - namelijk afhankelijk van wat het meest gunstige moment zou zijn voor de aanvrager.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 323