NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD D.D. 29 MAART 1994. Aanwezig: de leden van de raad: mevr. F.W.M. Bogmans en de heren C.A. Bastiaanssen, C.G.M. Geerts, J.B.A. van Gestel, H.M.C.J. van Gils, J.H. van Gils, B.C. Martens, F.L.M. Paulussen, G. Posthuma, C.A.J. van de Put, J.A. Rops, W.Ch. Willemsen, P. van Yperen en B. Zwijnenburg; Afwezig: de heer J.C. van der Westerlaken; Voorzitter: P.A.C.M. van der Velden; Secretaris: J.G. Coppens. 1. OPENING EN AANWUZING VOORSTEMMER. De VOORZITTER opent de vergadering met het voorgeschreven gebed. Bericht van verhindering is ontvangen van wethouder Van der Westerlaken in verband met verblijf in het ziekenhuis. De voorzitter stelt voor hem namens de raad een bloemenattentie te doen toekomen. Bij loting wordt de heer Geerts aangewezen als voorstemmer. 2. NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 22 FEBRUARI 1994. De heer WILLEMSEN wijst op bladzijde 9 punt 16, de passage waar hij gevraagd heeft naar de gevolgen voor de heer Van Hofwegen. Waarschijnlijk betreft het hier een vergissing; hij zou gevraagd hebben naar de gevolgen voor de heer Van Boxtel. De VOORZITTER zegt toe een en ander na te trekken en mogelijkerwijs te corrigeren. Met inachtname van deze wijziging worden de notulen vastgesteld. 3. INGEKOMEN STUKKEN. De heer H. VAN GILS geeft een korte reactie op de van het gemeentebestuur van Breda ontvangen brief inzake de ontwikkeling van het gebied Ypelaar (punt i). Hij vindt het vreemd dat Breda de raad van Nieuw-Ginneken nu verwijt zich contra-productief op te stellen, terwijl Breda in het verleden altijd gezegd heeft de gemeentelijke herindeling te willen afwachten. De VOORZITTER vindt het verwijt van Breda ook buitengewoon merkwaardig, gezien onze pogingen van de afgelopen vijf jaar om tot een constructief overleg te komen. Het moge bekend zijn dat Nieuw-Ginneken heeft aangeboden, conform de randvoorwaarden zoals door de raad vastgesteld, tot een ontwikkeling van het plan Ypelaar te komen. Tevens is het zo dat Breda altijd gezegd heeft eerst de totale herindeling te willen afwachten. Hij constateert dat het stadsbestuur van Breda grote zorgen heeft om zijn jaarlijkse contingenteringen waar te maken. De herindeling zal inderdaad tot een andere bestuurlijke eenheid leiden, maar het is een illusie om te denken dat je dan heel snel tot woningbouwactiviteiten kunt komen. Hij is van mening dat we op een gepast moment moeten kijken hoe we daar verder met elkaar mee om kunnen gaan. Voor het overige sluit hij zich aan bij de constatering van de heer Van Gils.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 338