De heer MARTENS zegt het voorstel van de heer Van Gils te ondersteunen. Hij weet alleen niet wat dat voor het voorstel betekent. Wethouder ZWIJNENBURG geeft aan dat het hoekhuis, op de hoek van de Deken Dr. Dirckxweg, natuurlijk ook voor de achterontsluiting het beste daarop ontsloten kan worden. De ontsluiting vanaf het Hof als achterontsluiting voor het hoekhuis lijkt hem niet zo erg voor de hand liggen. Het terughouden van het achterste deel van het perceel betekent dat er een nieuwe taxatie zal moeten komen en dat het voorstel moet worden aangehouden. Hij zou dat erg spijtig vinden, gezien ook vanuit de belangen van de ondernemer. De heer J. VAN GILS zegt dat het absoluut niet de bedoeling is om iets aan te houden. De raad adviseert unaniem dit pand te verkopen, daar is geen onduidelijkheid over. Het gaat alleen over dat kleine stukje grond. In een gesprekje met de bakker is dat zo geregeld. Een nieuwe taxatie is dan helemaal niet nodig. Logisch is dat de prijs nu wat lager wordt, maar het verschil betaalt hij dan eventueel later. De VOORZITTER merkt op dat er dan toch een probleem is. De nu voorliggende overeenkomst kan vanavond niet eenzijdig gewijzigd worden. De juiste gang van zaken zou dan zijn dat het voorstel nu wordt teruggenomen en dat opnieuw met de koper onderhandeld wordt. Daarna zal aan de raad een aangepast voorstel worden voorgelegd. Een verzoek van de raad om het voorstel eenzijdig te wijzigen zou het college formeel in de problemen brengen. De heer H. VAN GILS doet de suggestie het voorstel zoals het nu ligt door te zetten en vervol gens het college te vragen het voorbehoud daarna met bakker Van Kuijk voor enkele maanden te regelen. Wethouder ZWIJNENBURG vindt dat een goede suggestie. De koop zou dan gewoon door kunnen gaan. Het vertrouwen in de koper is dermate groot dat hij ervan overtuigd is dat daarover geen problemen zullen ontstaan. Als het college naar bevind van zaken kan handelen, wil hij die suggestie graag overnemen. Hij wijst er wel op dat voor de betreffende strook grond in ieder geval een prijs dient te worden afgesproken en hij neemt aan dat de raad het college daarvoor mandateert. De VOORZITTER stelt dat het college, als de raad met deze aanvulling kan leven, het overleg in die zin en op dat onderdeel zal heropenen en daarover zal rapporteren. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld, met inachtname van de gemaakte opmerkingen. 10. VOORSTEL OM DE ONDERGROND EN HET OPSTAL VAN HET PAND PENNEN- DUK 1 IN ERFPACHT UIT TE GEVEN. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 11. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET TEN BEHOEVE VAN DE INTEGRALE HERZIENING VAN HET BESTEMMINGSPLAN "BUITENGEBIED". De heer VAN YPEREN vindt het bestemmingsplan "Buitengebied" buitengewoon belangrijk voor de gemeente. Er moet met de ogen van Nieuw-Ginneken naar gekeken worden en er dient dus zorgvuldig mee omgegaan te worden. In principe zou zo'n bestemmingsplan zo snel mogelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 345