15
21. INFORMATIE STADSGEWEST BREDA.
De heer VAN YPEREN geeft als gewestelijk vertegenwoordiger een verslag van de laatste
gewestraadsvergadering. Voorstel procedure voor de vorming van het gewest West-Brabant: bij de
besluitvorming rond het opstarten van die procedure is op aangeven van de raad van Nieuw-
Ginneken rekening gehouden met wat hier binnen deze raad besloten is. De positie van Nieuw-
Ginneken in de vorming van dat gewest heeft ook die waarde gekregen die zij gevraagd heeft en is
in wezen als aanhangsel bij de nota gevoegd. In het besluit is Nieuw-Ginneken, samen met een
aantal andere gemeenten, een bijzondere positie gegeven. Wij hebben gesteld, in afwachting van
het definitieve besluit rond de herindeling, nauwelijks mee te willen doen met het opstarten
daarvan. Dat is vertaald, ook in financiële zin, hetgeen betekent dat wij niet meedoen met de
financiële lasten zolang niet duidelijk is hoe de zaken er rond de herindeling voorstaan. Nieuw-
Ginneken heeft dus in principe een uitzonderingspositie. Het tweede belangrijke voorstel: een
Regionaal Ontwikkelingsperspectief, de ROP. In die ROP is de hoofdstructuur aangegeven met
betrekking tot de economische ontwikkelingszone in West-Brabant en de daarin liggende
gemeenten. Het stadsgewest heeft daarmee ingestemd. De aangewezen as ligt voornamelijk langs
de hoofdtransportzone Etten-Leur, Breda, Oosterhout, hetgeen betekent dat Nieuw-Ginneken geen
enkele functie heeft in die ontwikkeling. Onze gemeente kan dus geen enkele wezenlijke bijdrage
meer leveren aan de gemeente Breda, ook niet aan de opzet van de herindeling. Nieuw-Ginneken
valt daar volledig buiten. Reden temeer om aan iedereen die het horen wil duidelijk te maken dat
Nieuw-Ginneken bij de Groene Gemeente hoort en nergens anders. Tot slot nog het punt Regiona
le Milieudienst. Vorige keer hebben we met elkaar besloten een dergelijke dienst op te starten.
Een aantal andere gemeenten heeft echter besloten het op een andere manier te bekijken, reden
waarom het DB van het stadsbestuur dit agendapunt helaas heeft moeten terugtrekken. Er zal
opnieuw vergaderd moeten worden en een nieuwe opzet moeten worden gemaakt. Hopelijk zal het
geen lang uitstel worden.
De VOORZITTER dankt de heer Van Yperen voor zijn uitgebreide toelichting. Hij wil graag de
woorden onderstrepen dat een van de belangrijkste conclusies van de ROP is dat ontwikkelingen
in bedrijfsmatig alsook in volkshuisvestingskundig opzicht ge-projecteerd dienen te worden aan de
hoofdassen en, zoals duidelijk blijkt, ligt Nieuw-Ginneken daarvoor niet in de juiste richting.
Tegelijkertijd deelt de voorzitter mede dat het college in de voorbereiding van het beroepschrift
naar de minister besloten heeft het hele planologische gebeuren van de afgelopen jaren nog eens
aan een extern deskundige voor te leggen. Er is advies gevraagd aan professor Frieling, momen-
teel hoogleraar bouwkunde in Delft, tevens bekend adviseur op het gebied van planologie en
stedebouw. Het door hem uit te brengen advies zal worden verwerkt in het beroepschrift aan de
minister en zal tevens worden ingebracht bij de stadsregionale visie, die in de komende weken
waarschijnlijk gepresenteerd zal worden. De inhoud van het advies is nog niet bekend, maar zodra
dat binnen is zal dat aan de raad worden doorgegeven. Het bezwaarschrift moet vóór vrijdag bij
de minister binnen zijn en de voorzitter denkt daar, ondanks het korte tijdsbestek, in te zullen
slagen. Waardering gaat naar de ambtelijke medewerkers die daar het nodige aan voorbereid
hebben.
22. MEDEDELINGEN.
De VOORZITTER stelt vast dat vanavond de laatste werkvergadering was in de oude samenstel
ling. Op vrijdag 8 april zal in een officiële raadsvergadering afscheid genomen worden van de
leden die de raad gaan verlaten. Vervolgens vindt dan een bijeenkomst plaats met het voltallige
personeel. Iedereen die belangstelling heeft, wordt hiervoor uitgenodigd.