4
f. de Gewestraad van het Stadsgewest Breda:
Ingevolge artikel 6 van de "Regeling Stadsgewest Breda
1990" wijzen gemeenten met meer dan 8000 en minder dan
15000 inwoners twee leden aan met elk een tweevoudig
stemrecht bij de besluitvorming in de gewestraad. Deze
leden worden door de gemeenteraden uit hun midden, de
voorzitter inbegrepen, aangewezen met dien verstande
dat:
een lid wordt aangewezen op voordracht van en uit
het college van burgemeester en wethouders van elk
van de deelnemende gemeenten.
Voor elk aangewezen lid wijst de gemeenteraad een
plaatsvervangend lid aan.
Ter benoeming als lid op voordracht van en uit het
college wordt voorgesteld burgemeester P.A.C.M. van
der Velden en als zijn plaatsvervanger wethouder
Kandidaat namens de Raad is gesteld H.M.C.J. van Gils
en als plaatsvervanger B. Zwijnenburg.
g. Streekarchivariaat in de kring Oosterhout:
Ingevolge artikel 4 van de gemeenschappelijke regeling
"Streekarchivariaat in de kring Oosterhout11 bestaat
het algemeen bestuur uit één lid per deelnemende
gemeente, door de onderscheidene gemeenten aan te
wijzen door de raad uit het college van burgemeester
en wethouders.
Wij stellen uw raad voor het college van burgemeester
en wethouders te machtigen om in overeenstemming met
de aanstaande portefeuilleverdeling binnen het college
een lid uit het college voor het algemeen bestuur aan
te wijzen.
hWelstandzorq Noord-Brabant
Ingevolge artikel 7 van de "Gemeenschappelijke rege
ling Welstandszorg Noord-Brabant" wordt het per deel
nemende gemeente aan te wijzen lid voor het algemeen
bestuur door de raden van die gemeenten uit hun mid
den, de voorzitter van de raad inbegrepen, op aanbeve
ling van burgemeester en wethouders aangewezen.
Aangezien het tot op heden gebruikelijk was dat het
lid van het college werd afgevaardigd die belast is
met de portefeuille openbare werken, stellen wij uw
raad voor het college van burgemeester en wethouders
te machtigen om in overeenstemming met de aanstaande
portefeuilleverdeling binnen het college een lid uit
het college voor het algemeen bestuur aan te wijzen.
Voor de benoeming van de leden, genoemd onder a, b, sub 2,
c, d, e, sub 1, en f, worden de voorstellen van de diverse
fracties afgewacht.