NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD D.D. 12 APRIL 1994. Aanwezig: de leden van de raad: mevrouw C.A.M. Kolen en de heren C.G.M. Geerts, H.M.C.J. van Gils, J.H. van Gils, A.P.M. Goos, B.C. Martens, H.H.M. Platzbeecker, G. Posthuma, C.A.J, van de Put, J.A. Rops, P.H.M. Teunissen, J.C. van der Westerlaken, W.Ch. Willemsen, P. van Yperen en B. Zwijnenburg; Voorzitter: P.A.C.M. van der Velden; Secretaris: J.G. Coppens. 1. OPENING EN AANWIJZEN VOORSTEMMER. De VOORZITTER opent de vergadering met het voorgeschreven gebed en heet alle aanwezigen hartelijk welkom. Bij loting wordt de heer G. Posthuma aangewezen als voorstemmer. 2. AFLEGGEN EED OF VERKLARING EN BELOFTE DOOR DE BENOEMD VER KLAARDE RAADSLEDEN. De VOORZITTER wijst er op dat sinds het in werking treden van de nieuwe Gemeentewet nog slechts één tekst behoeft te worden uitgesproken en te worden ondersteund met de eed ofwel de belofte. Na het voorspreken van de tekst door de voorzitter wordt door de heer Posthuma de belofte afgelegd, de overige toegelaten raadsleden leggen de eed af. 3. VERKIEZING WETHOUDERS. De heer J. VAN GILS begint met een korte terugblik op de verkiezingsuitslagen van 2 maart jl., die voor velen tot grote vreugde en voor anderen tot diepe ontgoocheling leidden. Voor hem betekenden deze uitslagen dat hij er, onverwacht, plotseling een taak bijgekregen had, namelijk het initiatief nemen voor de collegevorming. Volgens velen zou dat niet moeilijk worden, de kiezer was duidelijk geweest, een coalitie van twee partijen, samen 9 zetels, klaar. De 4 raadsjaren met een 8-7 werkverhouding lagen echter nog vers in het geheugen. De verhouding 9-6 was weliswaar iets gunstiger, maar zijn advies aan de eigen partij en aan die van Jan Rops was steeds te streven naar een college met een zo breed mogelijke steun uit de raad. Hoewel alle tijd tussen 2 maart en 12 april daarvoor nodig was, is hij blij te kunnen mededelen dat dat gelukt is. Hij kondigt een motie aan, ondertekend door alle zes partijen die in de raad vertegenwoordigd zijn. Collegeprogramma door zes partijen, samen 15 leden uit de raad, en dat lijkt hem aanmer kelijk beter dan 8-7. Het college zal bestaan uit de burgemeester en twee wethouders. Om een aantal redenen is niet gekozen voor drie wethouders. De belangrijkste wil hij graag noemen. Twee wethouders, om een zo breed mogelijke steun in de raad te krijgen, een zuiver politieke reden dus. Verder heeft naar de mening van velen in de afgelopen vier jaar het college met drie wethou ders niet goed gefunctioneerd, omdat de ambtelijke organisatie daarop niet of niet voldoende was afgestemd. Hij benadrukt hier niet over de personen achter de wethouders te spreken. Niettemin heeft toch een aantal leden van de raad gepleit voor drie wethouders. Uiteindelijk werden het er toch twee, maar het nieuwe college zal in de komende tijd samen met de secretaris en de ambtelijke organisatie, na een inventarisatie van de nog uit te voeren taken, moeten bekijken of aanstelling van een derde wethouder nodig is. Mocht daartoe aanleiding zijn, dan zal het college alsnog worden uitgebreid. Tot slot merkt de spreker op blij te zijn op dit punt te zijn aangeland, hoewel het beslist niet gemakkelijk was zover te komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 381