voorstel om twee wethouders te kiezen. Zijn verwondering is hiermee nog niet ten einde. Bij de vorige wethoudersverkiezingen is zeer breed uitgemeten hoe er werd gedacht over het CDA dat met zes raadsleden twee wethouders claimde. In de wandelgangen zijn die geluiden nog te horen. Nu ligt er het voorstel dat een eventuele derde wethouder afkomstig zal moeten zijn uit de partijen Gemeentebelangen Bavel of Lijst 6, die respectievelijk 5 en 4 zetels hebben. Zo heeft hij althans begrepen uit de brief die hij van de "formateur" heeft ontvangen. Vier partijen met samen 6 raadsleden zijn uitgesloten van het leveren van een wethouder. De heer J. VAN GILS antwoordt bij interruptie aan de heer Zwijnenburg dat men uitgebreid de tijd gehad heeft om het met z'n zessen eens te worden, maar dat men daar tot twee keer toe niet in geslaagd is. Dat was een van de problemen die hij had. De heer ZWIJNENBURG merkt op dat uit gesprekken is gebleken dat er problemen zouden zijn bij het kiezen van een derde wethouder uit een van de overige partijen, of zelfs blokkades. Naar zijn idee valt er nu iets uit te leggen aan de bevolking. De energie die daaraan moet worden besteed had beter gebruikt kunnen worden om te proberen als volwassen mensen die blokkades te slechten. Richting de heer Van Gils merkt hij op dat het gewoonlijk zo is dat bij een formatie de "formateur" het voortouw neemt. Pas toen bleek dat dat niet zou gebeuren, heeft een van de zes, de heer Posthuma, het voortouw genomen om te trachten uit de impasse te komen. Naar zijn mening is het voorstel dat er nu ligt niet in het belang van de kiezers. Het zal duidelijk zijn dat het CDA om die reden geen steun zal verlenen aan de vorming van dit college. Verder benadrukt spreker dat het niet de instelling of de cultuur van het CDA is om vanuit een negatieve invalshoek de voorstellen van dit college te gaan beoordelen. Men zal de door dit college gepresenteerde voorstellen zo objectief mogelijk beoordelen op het belang van Nieuw-Ginneken. De heer MARTENS wil graag even reageren op twee aspecten van het verhaal van de heer Zwijnenburg. Als je er niks over zegt, zou er in dat verhaal een suggestie kunnen zitten. Tijdens het politiek café in Bavel heeft de heer Van Gils inderdaad gezegd voorstander te zijn van drie wethouders. Vlak daarvoor echter heeft de spreker namens Lijst 6 Jan Rops dezelfde vraag beant woord met te stellen dat hij voorshands voorstander was van twee wethouders. De uitspraak van de heer Martens was voor de coalitie aanleiding daarover met elkaar te debatteren. In dat debat werd afgesproken om met twee wethouders te beginnen. Vervolgens had de heer Zwijnenburg het over blokkades en de daarover te verschaffen duidelijkheid aan de bevolking. Spreker is van mening dat als de bevolking vragen heeft over blokkades, daarop een antwoord gegeven zal worden. Overigens heeft de heer Van Gils al duidelijk gezegd dat, naast de genoemde blokkades, er zakelijke argumenten zijn geweest die geleid hebben tot het besluit om voorshands met twee wethouders te beginnen. De heer ZWIJNENBURG heeft geen behoefte aan een verdere discussie. Hij denkt dat in ieder geval naar de bevolking duidelijk was wat het antwoord van de heer Van Gils was. Verder heeft hij niet gevraagd om duidelijkheid aan de bevolking te geven over die blokkades. Hij heeft gesignaleerd dat ze er waren en dat we onze tijd nu beter zouden kunnen gebruiken om te proberen op één lijn te komen en de blokkades te slechten vanuit een positieve invalshoek. De VOORZITTER stelt de motie aan de orde. De heer J. VAN GILS overhandigt de voorzitter de motie en leest hem vervolgens voor. De tekst luidt als volgt: "Ondergetekenden, J.H. van Gils en J.A. Rops, respectievelijk namens de fractie Gemeentebelan gen Bavel en de fractie Lijst 6, in de raad van de Gemeente Nieuw-Ginneken vertegenwoordigd, en gelet op artikel 20 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad, overwegende dat:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 382