De heer ZWIJNENBURG merkt bij interruptie op dat er bij de heer Van Gils toch waarschijnlijk
een misverstand bestaat. Het CDA heeft weliswaar het concept van het collegeprogramma mede
onderschreven, maar heeft geen verdere uitspraken gedaan. Misschien kan de heer Van Gils dat in
zijn verdere toelichting verwerken.
De heer J. VAN GILS stelt dat dat correct is. Iemand kan het collegeprogramma onderschrijven,
maar het met de uitvoering daarvan niet eens zijn. Dat mag wat hem betreft.
De heer H. VAN GILS plaatst namens de VVD een korte opmerking. Hij heeft de motie mede
ondertekend, hetgeen betekent dat zijn fractie daar volledig mee instemt. Ten aanzien van de
collegevorming merkt hij op het toch jammer te vinden dat er maar twee wethouders in het
college zitting zullen hebben. Zijn fractie verwacht de komende paar jaar verschrikkelijk veel
werk en in dat kader zou een bredere samenstelling misschien praktischer geweest zijn. Zijn
fractie gaat niettemin accoord. Het collegeprogramma heeft hun brede steun. Ook willen zij zich
de komende paar jaar breed inzetten voor onze gemeenschap om vóór de realisering van de
gemeentelijke herindeling nog zoveel mogelijk zaken te bereiken. Ten aanzien van het colle
geprogramma merkt de heer Van Gils nog op dat hij verheugd is over het feit dat de meerderheid
bereid was de kleinere fracties te steunen in hun verzoek de verordening voor het commissiewezen
te veranderen, waardoor toch wat meer ruimte ontstaat om taken zo goed mogelijk uit te voeren.
De heer POSTHUMA stelt dat ook de Partij van de Arbeid in het collegeprogramma voldoende
terugvindt uit het eigen verkiezingsprogramma om het college te kunnen steunen. Wat de samen
stelling van het college betreft, is hij het met zijn linkerbuurman, de heer Van Gils, eens. Er zou
wel eens een moeilijke periode kunnen aanbreken in het bestaan van de gemeente Nieuw-
Ginneken. Er ligt een herindelingsvoorstel waar niemand erg gelukkig mee is en waar we ons
tegen zullen moeten verzetten. Anderzijds, als de herindeling, in welke richting dan ook, een feit
zal zijn, zal er veel tijd en energie gestoken moeten worden in ofwel het opgaan in een Groene
Gemeente, dan wel in toevoeging aan de gemeente Breda. Beide zaken, plus de lopende zaken,
zullen veel vragen van het college. Zijn fractie had de voorkeur gegeven aan een college met drie
wethouders en men betreurt dat daarover geen overeenstemming te bereiken was. Een en ander
weerhoudt hen er echter niet van hun vertrouwen uit te spreken in de twee voorgestelde kandida
ten, de heren J. van Gils en J. Rops. De heer Posthuma zal dan ook voorstemmen.
De heer ZWIJNENBURG vindt met de heer Van Gils dat de verkiezingen van 2 maart jl. tot
duidelijk andere politieke verhoudingen binnen de raad van Nieuw-Ginneken hebben geleid. Ook
in andere gemeenten was dat het geval. Aan die verschuivingen is al de nodige aandacht besteed.
Vanavond ligt er een collegeprogramma voor en zal er een college worden gekozen. Voor Nieuw-
Ginneken is dat, in zijn huidige omvang, mogelijk de laatste keer. Dat betekent naar zijn
inschatting veel extra werk, naast de normaal te verrichten werkzaamheden. Een groot aantal
zaken in het belang van onze inwoners, maar zeker ook in het belang van onze medewerkers, zal
moeten worden opgepakt, geregeld of veiliggesteld. Ook een fusie zal veel extra werk met zich
meebrengen. Zijn fractie heeft het op prijs gesteld dat alle fracties een bijdrage hebben kunnen
leveren aan het collegeprogramma. Men vindt zaken terug die zijn ingebracht na het bekend
worden van het concept. Hoewel het collegeprogramma op een aantal punten misschien wat
concreter had kunnen zijn, kan zijn fractie daar vrede mee hebben en voor aanvang van deze
vergadering heeft spreker dan ook het collegeprogramma mede ondertekend. Het programma had
in ieder geval concreter moeten zijn daar waar het gaat om de samenstelling van het college. Hier
zou hebben moeten staan dat gestreefd moest worden naar de vorming van een college dat kan
rekenen op zo mogelijk de steun van de gehele raad. Dat is, zeker in de huidige situatie, in het
belang van de gemeente. Spreker komt dan automatisch toe aan het voorliggende voorstel, een
college met twee wethouders met de optie om, indien noodzakelijk, daarbij een derde te kiezen.
Dat voorstel heeft hem wat verwonderd. Hij verwijst in dit verband naar discussies tijdens de
verkiezingscampagne, waarbij de heer Van Gils heel duidelijk op een van de vragen antwoordde
dat er drie wethouders zouden komen. Dat was ook terdege onderbouwd. Nu ligt er toch dat