4
het college van burgemeester en wethouders in zijn nieuwe samenstelling inhoud dient te
geven aan het concept-beleidsprogramma oftewel collegeprogramma voor de bestuursperi
ode 1994/1998;
na overleg met alle politieke partijen en na kennisneming van het programmatisch kader
van iedere van deze partijen een concept-beleidsprogramma voor de bestuursperiode
1994/1998 is samengesteld, waarvan de uitkomst is opgetekend in de aan deze motie
gehechte opsomming van standpunten;
draagt het te vormen college van burgemeester en wethouders op:
voor de periode 1994/1998 een beleid te ontwikkelen, rekening houdend met deze
standpunten en de resultaten en voortgang voor de eerste maal kenbaar te maken bij de
aanbieding van de begroting 1995;
en gaat over tot de orde van de dag.
Nieuw-Ginneken, 12 april 1994.
Getekend: J.H. van Gils, J.A. Rops, H.M.C.J. van Gils, J.C.van der Westerlaken,
B. Zwijnenburg en G. Posthuma.
De VOORZITTER constateert dat de motie voldoende wordt ondersteund en vraagt of de raad
hierover nog hoofdelijke stemming verlangt. Dat is niet het geval. Vervolgens constateert de
voorzitter dat de raad breed het collegeprogramma ondersteunt en aanneemt. Aldus vastgesteld.
De VOORZITTER gaat over tot de behandeling van agendapunt 3, verkiezing wethouders.
De heer TEUNISSEN stelt namens de fractie Gemeentebelangen Bavel voor de heer Jacques van
Gils te kiezen als wethouder.
De VOORZITTER constateert dat de meerderheid van de raad het vervullen van een tweetal
vacatures ondersteunt en stelt vacature 1 aan de orde, waarvoor door de heer Teunissen de heer
Jacques van Gils is gekandideerd. Hij benoemt de heer Posthuma en mevrouw Kolen als leden van
de stemcommissie.
Er worden 15 stembriefjes ingeleverd. Na voorlezing blijkt dat op de heer J. van Gils 12 stemmen
zijn uitgebracht. Er waren 3 blanco stemmen. De heer J. van Gils is gekozen tot wethouder.
Daartoe uitgenodigd door de VOORZITTER verklaart de heer J. van Gils deze benoeming te
aanvaarden en neemt zitting achter de collegetafel.
In de tweede vacature voor het wethouderschap wordt door de heer MARTENS voorgedragen de
heer J.A. Rops. De stemcommissie wordt opnieuw gevormd door de heer Posthuma en mevrouw
Kolen. Na stemopneming blijkt dat op de heer Rops 12 stemmen zijn uitgebracht. Er waren 3
blanco stemmen. Daartoe uitgenodigd door de VOORZITTER verklaart de heer Rops zijn
benoeming te aanvaarden en neemt zitting achter de collegetafel.
De VOORZITTER constateert dat hedenavond door de raad een nieuw college is samengesteld en
dat er tevens een programma is vastgesteld wat een brede steun heeft. Het feit dat de raad een
brede steun heeft toegekend aan het college is politiek-bestuurlijk winst te noemen. Verder dankt
spreker, mede namens de ambtelijke organisatie, de raadsleden die niet meer terugkeren achter de
tafel van het dagelijks bestuur en hij richt zich daarbij in het bijzonder tot de heren Zwijnenburg
en Van der Westerlaken, voor de wijze waarop zij de afgelopen vier jaar hun taken hebben
verricht, alsook voor de wijze waarop zij in het college hebben samengewerkt. Spreker haalt uit
de portefeuilles van beide terugtredende wethouders een aantal zaken aan, waaraan zij zeker hun