10
bereikt
3 Niettemin kunnen burgemeester en wethouders aan
de vrijwilliger die tussentijds blijkens het
advies van een door burgemeester en wethouders
aangewezen geneeskundige ongeschikt is geworden
voor het verder verrichten van werkzaamheden,
eervol ontslag verlenen met ingang van de
eerste dag van de maand volgende op die waarin
bedoeld advies door burgemeester en wethouders
ter kennis van de vrijwilliger is gebracht.
Artikel 39 Gronden ongevraagd ontslag
1 Burgemeester en wethouders kunnen de
vrijwilliger ongevraagd ontslag verlenen op
grond van:
a. het eindigen van de noodzaak tot
beschikbaarstelling of wegens verandering
in de organisatie van de gemeentelijke
brandweer
b. ondercuratelestelling;
c. toepassing van lijfsdwang wegens schulden
krachtens onherroepelijk geworden
rechterlijke uitspraak;
d. onherroepelijk geworden veroordeling tot
vrijheidsstraf wegens misdrijf;
e. de omstandigheid dat hij wegens de aard of
de plaats van zijn dagelijkse werkzaamheden
dan wel de ligging van zijn woning geacht
moet worden niet langer in staat te zijn
zijn taak bij de brandweer te vervu11en
f. onbekwaamheid of ongeschiktheid tot het
verrichten van zijn werkzaamheden op grond
van ziekten of gebreken;
g. onbekwaamheid of ongeschiktheid tot het
verrichten van zijn werkzaamheden anders
dan op grond van ziekten of gebreken.
2 In de in het eerste lid genoemde gevallen
wordt, met uitzondering van het geval bedoeld
onder d, het ontslag steeds eervol verleend.
Artikel 40 Expireren tijdelijke aanstelling
1 De vrijwilliger die tijdelijk is aangesteld
voor bepaalde tijd is van rechtswege ontslagen
op de datum waarop die tijd verstrijkt.
Indien na de datum, bedoeld in de eerste
volzin, het dienstverband feitelijk wordt
gehandhaafd zonder dat opnieuw een aanstelling
is verleend, wordt de vrijwilliger geacht met
ingang van bedoelde datum een vaste aanstelling
te hebben ontvangen.
2 Ontslag op een der gronden genoemd in dit
hoofdstuk kan aan de vrijwilliger als bedoeld
in het vorige lid, worden verleend met ingang
van een datum gelegen vóór de datum waarop hij
van rechtswege zou zijn ontslagen.
Hoofdstuk VII overgangs- en slotbepalingen