3
Uit de diverse uitgevoerde onderzoeken is, zoals reeds eerder
is aangegeven, gebleken dat de thans van kracht zijnde maatre
gelen tot het reduceren van met name de ammoniakemissie bij
agrarische bedrijven wel rendement heeft opgeleverd maar zeker
niet voldoende zijn om de doelstellingen te realiseren zoals
deze in het NMP en het PMP zijn verwoord.
Het is derhalve noodzakelijk om in Brabant aanvullende maatre
gelen te treffen in die zin dat de ammoniakemissie niet verder
mag groeien en voorzover mogelijk moet worden teruggebracht.
In verband met het feit dat de gemeente in deze een belangrijke
participant is en rekening houdend met het feit dat zij voor
wat betreft de vergunningverlening het bevoegde gezag is zal
ook diezelfde gemeente dit beleid moeten ondersteunen en
uitvoeren.
Wij zijn van mening dat de situatie in Brabant met betrekking
tot de verzuringsaspecten zijn maximum heeft bereikt en er op
die grond aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.
Omtrent de inhoud van deze leidraad is ook overeenstemming
bereikt met het landbouwbedrijfsleven hetgeen moge blijken uit
de ondertekening van deze leidraad door zowel de voorzitter als
secretaris van de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap
Noord-Brabant
Bovendien wordt momenteel door het Ministerie van VROM de
Interimwet Ammoniak en veehouderij" voorbereid. Hierin zullen
normen met betrekking tot de depositie van ammoniak worden
opgenomen waarmee bij vergunningverlening rekening zal moeten
worden gehouden. Tevens zal een legalisatiebeleid voor veehou
derijen zonder vergunning worden geformuleerd. In de nieuwe wet
zal tevens de verplichting worden opgenomen voor gemeenten in
mestoverschotgebieden een inter)gemeentelijk ammoniakreductie-
plan op te stellen wat goedgekeurd moet worden door Gedepu
teerde Staten van Noord-Brabant. In verband met dit goedkeu-
ringsbeleid zal Gedeputeerde Staten invloed kunnen uitoefenen
op het reductiebeleid van de gemeenten. Hierbij zal zeker de
thans voorliggende "Leidraad veehouderij en milieu" als toet
singskader worden gebruikt.
Tenslotte geeft de vaststelling van de leidraad ook nog een
ander voordeel voor de in onze gemeente aanwezige veehouders.
Aan de leidraad zit namelijk het buro TES Toepassing Emissie-
arme Stallen) gekoppeld. Dit buro stelt op verzoek van de
gemeente de emissie-reductie vast van stallen welke nog geen
officiële "groen-label" kwalificatie hebben gekregen. Hierdoor
is het mogelijk binnen de normen van de wet verschillende
soorten emissie-reducerende stalsystemen toe te passen en zijn
de veehouders in onze gemeente niet slechts gebonden aan groen-
label-stallen.
Gelet op het voorgaande stellen wij uw raad dan ook voor te
besluiten tot toepassing van de "Leidraad veehouderij en