4 het is soms een illusie om te denken dat bestuurders op die wijze daar ook naar handelen. De heer GEERTS zegt het meest verwonderd te zijn over de interpretatie die G.S. aan de wet gaf. Het is duidelijk dat je een theoretische en een praktische situatie hebt, maar de praktische situatie gaat toch teveel uit van een ongelijkheid en dat bevalt hem niet zo. De VOORZITTER is dat met de heer Geerts eens. De afgelopen tijd hebben we echter als raad moeten ervaren dat daar perma nent sprake van is. Er heersen nu ook bepaalde opvattingen over de wijze van herindeling, terwijl dat traject ook abso luut nog niet gelopen is. De wijze waarop G.S. het hele pro ject ter hand genomen hebben stemt ook hem niet tot een grote mate van politiek bestuurlijke tevredenheid. Als politiek bestuurder moet je met uitkomsten kunnen leven. Over de wijze waarop men dat heeft proberen te bereiken verschilt hij echter niet met de raad van mening. Het college is van mening dat we thans moeten zorgen voor het werk waarvoor we staan, het leveren van goede produkten in alle kernen. Dat hebben we ook aan Breda kenbaar gemaakt en de ervaring heeft geleerd dat we daar goed met elkaar over kunnen spreken. Ten aanzien van de overige ter inzage liggende stukken wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 4VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE "VERORDENING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAAR- EN BEROEPSCHRIFTEN" De VOORZITTER licht het voorstel toe en maakt melding van het voorstel van de commissie om de commissie uit ten hoogste vijf personen te doen bestaan. Reden hiervoor is dat de werkzaamhe den sterk toenemen en men bij het verhinderd zijn van een van de leden al snel een achterstand oplooptVerder zou het voorstel in moeten houden dat behalve collegeleden ook leden van de gemeenteraad niet benoembaar zijn als lid van deze commissie. Daartoe zou artikel 2a dan gewijzigd moeten worden. De heer GEERTS heeft in de wandelgangen verwezen naar een zeer expliciete uitspraak in de commissie ABAM. Verder lijkt het hem dat we een probleem hebben als we van 3 naar 5 leden gaan, daar de 2 nieuwe plaatsen op dit moment waarschijnlijk niet ingevuld kunnen worden. De VOORZITTER beaamt dat; er zullen echter vacatures ontstaan waar dan te zijner tijd de raad over kan spreken. Er komt dus een afzonderlijk voorstel voor de benoeming van deze twee leden. In het besluit zal onder artikel 3 lid 1 het aantal 3 worden geamendeerd in 5. Verder zal artikel 3 lid 2a luiden als volgt: "een lid van de raad, de burgemeester of een lid van een adviesorgaan van de gemeente Nieuw-Ginneken." De heer VAN YPEREN heeft moeite met dit voorstel en zet grote vraagtekens bij de motivatie hiervan. Verder vindt hij dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 454