9
mensen aan werk te helpen, zou je het eigenlijk niet moeten
doen. Je moet echter constateren dat het financiële plaatje
niet los gezien kan worden van het feit dat dit project een
aantal waarborgen inhoudt dat zoveel mogelijk bijdraagt aan
het welslagen van het experiment. Enerzijds is er de intensie
ve begeleiding door een coördinator; anderzijds het opdoen van
arbeidsritme en werkervaring van de werklozen en de toezegging
hen nadien een vast werkverband aan te bieden en voorts een
beginnende oplossing voor het personeelsprobleem in de tuin
bouw. In die waarborgen zit naar zijn idee ook de zwakte van
het experiment en dat is dan ook zijn grote zorg. Iedereen
weet, en uit hoofde van zijn werk heeft hij daar dagelijks mee
te maken, dat aan het opdoen van arbeidsritme en werkervaring,
motivatie van betrokkenen voorafgaat. Vooraf dient dus de
vraag gesteld te worden in hoeverre de deelnemers aan het
project gemotiveerd zijn. Met betrekking tot de waarborg van
het perspectief van een vast dienstverband, merkt hij op dat
in de notitie iets anders wordt gezegd dan in het voorliggende
voorstel. De formulering in het voorstel lijkt hem wat minder
expliciet. Graag nadere uitleg hierover. Tot slot nog enkele
vragen: hoe zijn arbeidsongeschiktheid, ziektewet en sociale
voorzieningen geregeld? Ondanks de critische kanttekeningen
gaat Lijst 6 van harte accoord met het voorstel.
De heer VAN DE PUT kiest voor een principiële benadering van
dit punt. Hij somt een aantal punten op die mogelijk van
invloed zijn op het werkloosheidsprobleem. Een belangrijk
onderdeel van het werkloosheidsprobleem is de seizoenarbeid,
waarvoor tot op heden geen specifieke maatregelen beschikbaar
zijn. De Duitse, de Belgische en de Franse regering hebben het
probleem van de seizoenarbeid onderkend en hebben aantrekke
lijke regelingen voor de boer en voor de seizoenarbeider
gecreëerd. Zijn fractie is van mening dat de werkloosheidspro-
blematiek, inclusief de seizoenproblematiek, door de centrale
overheid dient te worden aangepakt. Als de seizoengevoelige
produktiebedrijven in ons land moeten blijven, dan moet onze
regering uitzonderingen vaststellen binnen ons systeem, dat
middels minimumloon respectievelijk hoge uitkeringsniveaus de
arbeid te duur maakt voor deze korte periodes. Dit is de
verantwoordelijkheid van de centrale overheid; dezelfde over
heid die de gemeenten bezuinigingen oplegt. Om die reden zijn
de gemeenten gedwongen zich op hun kerntaken terug te trekken,
zoals ook door ons allemaal is vastgelegd in het recentelijk
voorliggende collegeprogramma. In de eerste de beste raadsver
gadering na de vorming van het college, wordt hier al meteen
van afgeweken. Zijn fractie respecteert de inspanningen van
het college om organisaties samen te brengen tot de hier
voorliggende aanpak, maar kan niet instemmen met het gevraagde
krediet
De heer POSTHUMA merkt op dat dit voorstel in feite beoogt
twee problemen aan te pakken: het probleem van arbeidsvoorzie
ning in de tuinbouw en het probleem van moeilijk plaatsbare
werkzoekenden. Voor de PvdA dient het belang van de arbeids
voorziening in de tuinbouw te prevaleren. Natuurlijk kun je
het probleem naar de rijksoverheid schuiven, maar dan blijven