10
wij, maar zeker ook de tuinbouwsector in onze gemeente, met
het probleem zitten. Hij is van mening dat als je de mogelijk
heid hebt er iets aan te doen, kerntaak of niet, je dat onmid
dellijk aan moet pakken. Je kunt je bij het voorstel wel een
aantal dingen afvragen. Kom je met twintig mensen in de buurt
van datgene waar werkelijk behoefte aan is? Staan de kosten in
een redelijke verhouding tot het beoogde resultaat? Ondanks
die onzekerheden geeft de PvdA-fractie toch graag haar steun
aan het voorstel. Met dit project zou immers kunnen worden
aangetoond dat het voor de tuinbouwsector mogelijk is om via
een arbeidspoolconstructie op legale wijze in de behoefte aan
arbeidskracht te voorzien. Als we dat hiermee zouden kunnen
bereiken, kunnen we alleszins tevreden zijn.
De heer GOOS begint zijn betoog met de opmerking dat het CDA
het initiatief, waarmee getracht wordt de dagelijks groeiende
groep werklozen in contact te brengen met de tuinbouw, toe
juicht. Hij wijst op de grote tegenstelling dat men in de
tuinbouwsector niet aan voldoende arbeidskracht kan komen,
terwijl het aantal werklozen almaar groter wordt. Hij wil deze
regeling vooral van de kant van de tuinders benaderen. De
personeelsproblematiek van de tuinders is een gevolg van het
feit dat het hier om seizoen- en piekarbeid gaat, arbeid die
zich niet structureel voordoet, maar zich bij gunstige weers
omstandigheden wel bij alle tuinders tegelijk aandient. Het
zal daarom ook moeilijk zijn om van hier uit vaste banen te
creëren. Wel tijdelijke banen en dit is uiteraard ook bestrij
ding van werkloosheid. Seizoen- en piekarbeid vereist een
flexibele inzet van de medewerkers, maar daarover leest hij
niets in de regeling en van de tuinders verneemt hij zelfs dat
dit onmogelijk is. Ook in branches als verpleging en horeca
zijn flexibele werktijden noodzakelijk en worden die ook
toegestaan. Het slagen van deze regeling is voor een belang
rijk deel afhankelijk van de situatie welke bestaat naast deze
regeling, de normale gang via het arbeidsbureau. Uit diverse
publikaties blijkt dat arbeid via de arbeidsbureaus niet te
krijgen is of veel te duur is. Dit komt omdat ons land een
veel te dure CAO kent en bovendien geen verlaagde premie- en
belastingheffing kent voor oogstwerkzaamheden; dit in tegen
stelling tot onze buurlanden. Zijn fractie realiseert zich
goed dat de gemeente Nieuw-Ginneken deze fiskale problematie-
ken niet op kan lossen, maar deze lijken wel een hindernis te
worden die de doelstellingen van dit voorstel kunnen frustre
ren. Men is dan ook van mening dat, wanneer te zijner tijd zou
blijken dat om die reden de doelstellingen van deze regeling
niet kunnen worden bereikt, wij dit moeten melden bij bijvoor
beeld het ministerie van Sociale Zaken. Eerst echter zelf
ervaring opdoen. Een gedegen evaluatie na afloop van de rege
ling is daarom gewenst. Naar hij vernomen heeft is er inmid
dels een standaardcontract gemaakt wat met de betreffende
ondernemers wordt afgesloten. In de artikelen 9 en 10 hiervan
wordt bepaald dat de ondernemer subsidie moet terugbetalen als
hij in 1995 zijn arbeid op een andere manier laat uitvoeren.
Dat maakt een aantal ondernemers kopschuw en dat kan de bedoe
ling niet zijn. Het lijkt er op alsof deze proef meer gericht
is op de werkzoekenden dan op de personeelsproblematiek in de