3. Burgemeester en wethouders kunnen de aanvrager verzoeken,
in verband met het onderzoek van zijn identiteit, de nodige
bewijsstukken te overleggen.
Artikel 12
1. Indien de aanvrager houder is van een reeds eerder
uitgereikte identiteitskaart, wordt een aanvraag van een
nieuwe identiteitskaart slechts in behandeling genomen als
de eerder uitgereikte identiteitskaart kan worden
ingehouden of, als de aanvrager de identiteitskaart
vermist, hij bij de aanvraag een schriftelijke verklaring
over de vermissing overlegt.
2Indien de aanvrager houder is van een reeds eerder
uitgereikte identiteitskaart en deze niet kan worden
overlegd bij de aanvraag, dan vergelijken burgemeester en
wethouders de identiteitsgegevens van de aanvrager met de
aanvraagbescheiden van de eerder uitgereikte kaart.
3. Het eerste en tweede lid zijn ook van toepassing op
identiteitskaarten die door burgemeester en wethouders van
een andere gemeente zijn uitgereikt. Burgemeester en
wethouders vragen in dat geval de aanvraagbescheiden op bij
burgemeester en wethouders van die gemeente
4De aanvraagbescheiden worden door de ontvangende gemeente
bewaard op gelijke wijze als de eigen aanvraagbescheiden
worden bewaard.
5Indien een eerder aan de houder uitgereikte
identiteitskaart niet is ingehouden bij de aanvraag van een
nieuwe kaart, dan wordt de nieuwe kaart alleen uitgereikt
tegen gelijktijdige inlevering van de oude kaart of tegen
de verklaring als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 13
Indien de aanvrager minderjarig is moet de aanvrager een
verklaring van toestemming overleggen van degene(n) die de
ouderlijke macht over de aanvrager uitoefen(t)(en) of van een
voogd
Artikel 14
1. Voor het verkrijgen van de nodige zekerheid over de
identiteit van degene(n) die de ouderlijke macht over de
minderjarige uitoefen(t)(en) of van de voogd, is artikel 11
van overeenkomstige toepassing.
2Indien degene die een verklaring van toestemming moet
overleggen niet in persoon verschijnt, kan de aanvraag
slechts in behandeling worden genomen indien uit de
overgelegde schriftelijke verklaring van toestemming en
eventuele andere overgelegde stukken met de nodige
zekerheid kan worden afleid dat de verklaring van
toestemming van de betreffende persoon afkomstig is.
Artikel 15
1. Indien burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat de
aanvrager op het formulier voor het aanvragen van een
identiteitskaart onjuist of onvolledige gegevens heeft
vermeld, of de pasfoto's niet aan artikel 9 derde lid
voldoen, verzoeken zij de aanvrager om binnen twee weken de
door hen aangeduide gegevens te verbeteren of aan te vullen
of pasfoto's te leveren die voldoen aan het bepaalde in
artikel 9, derde lid.