Uit een oogpunt van rechtszekerheid verdient het aanbeveling om
gronden waar mogelijk zo gedetailleerd mogelijk te bestemmen.
Voor elke wijziging in de bestemming van de gronden dient dan
immers een bestemmingsplanherziening in het leven te worden
geroepen, waarbij belanghebbenden de mogelijkheid hebben om een
zienswijze met betrekking tot de gewijzigde bestemming naar
voren te brengen. Gedetailleerdheid gaat echter ten koste van
de flexibiliteit van de gemeentelijke overheid om snel en
adequaat op gewijzigde omstandigheden te kunnen inspelen. In de
huidige situatie, waarbij onze gemeente gewikkeld is in een
proces van gemeentelijke herindeling zijn wij echter genegen om
tegemoet te komen aan dit bezwaar van dhr. C. Mattijssen. Wat
echter voor de Toermalijn geldt, dient ook te gelden voor de
Brigidaschool en het in het plangebied gelegen kinderdagver
blijf de Carrousel. Wij hebben daarom besloten de doeleindenom
schrijving van de bestemming "Bijzondere Doeleinden BD" te
beperken tot doeleinden voor basisonderwijs en kinderdagopvang.
Wel moeten wij aantekenen, dat de Kroon in beginsel bij elk
gebruiksverbod - zowel het algemene als het specifieke - een
vrijstellingsregeling eist waarin de norm die neergelegd is in
artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot uiting
komtgeen verdergaande beperking van het meest doelmatige
gebruik dan dringende redenen rechtvaardigen. Deze zogenaamde
"toverformule" is vervat in de leden II en III van artikel 3
van afdeling II. Wel is daarbij voorzien in een procedure om
belanghebbenden in de gelegenheid te stellen hun bezwaren
kenbaar te maken.
Resumerend dient dit aspect van de zienswijze van dhr. Mattijs
sen gegrond verklaard te worden.
Het andere aspect van de zienswijze van dhr. Mattijssen richt
zich tot de inrichting van de Zuster BoomaarsstraatDeze moet
naar de mening van dhr. Mattijssen zodanig ingericht worden,
dat de veiligheid van de bewoners en gebruikers gewaarborgd is.
In dat verband adviseert dhr. Mattijssen de maximumsnelheid in
de Zuster Boomaarsstraat vast te stellen op 3 0 km/ uur en
daartoe ook die maatregelen te nemen dat automobilisten zich
aan die regels houden.
Aangezien de suggesties van dhr. Mattijssen zich richten tot de
inrichting van de Zuster Boomaarsstraat en de te nemen ver
keersmaatregelen moeten wij concluderen, dat deze zich bevinden
buiten het planologisch-juridische kader van het bestemmings
plan. Wel merken wij op, dat wij voor de wegen in de naaste
omgeving van de Kapittelhof een maximumsnelheid van 3 0 km/ uur
wensen in te stellen, omdat ingevolge de Wet Geluidhinder voor
dergelijke wegen geen geluidzone geldt. Ook zijn wij ons aan
het beraden aangaande te nemen verkeersmaatregelen voor de
dorpskom van Bavel
Resumerend dient dit aspect van de zienswijze van dhr. Mattijs
sen ongegrond verklaard te worden.