gelegen. Daar dit een zaak is die ook stadsgewestelijk speelt, roept hij het college op om samen
met andere gemeenten te proberen de stijgingen van de reinigingsrechten in de hand te houden.
Met de OZB en het rioolrecht kan zijn fractie instemmen. Wat betreft de hondenbelasting
constateert hij dat die thans toch wel aan de bovengrens zit. Voor wat betreft de gevolgen van het
niet meenemen van de CAO-verplichtingen bij gesubsidieerde instellingen, zag hij graag
inzichtelijk gemaakt wat dat voor de gebruikers van die instellingen gaat betekenen. Met
betrekking tot de kapitaallasten, vraagt hij de wethouder eens te bekijken of bij intern gefinancier
de investeringen niet een lager rentepercentage gehanteerd kan worden. Mogelijk komt daardoor
wat ruimte vrij in de begroting.
De heer VAN DER PUT merkt op dat vorige sprekers hebben duidelijk gemaakt dat voor hen de
koers min of meer is aangegeven. Men spreekt teveel over infrastructurele maatregelen en wacht
verder af wat er uit die ton gaat komen. De PvdA geeft aan welke dingen je niet moet doen en
daar is hij het overigens wel mee eens. Vervolgens merkt hij op dat, ondanks de verhoging van de
OGB/OZB in 1993 en 1994 en ondanks de in de kadernota genoemde maatregelen, er toch nog
100.000,-- moet worden weggesneden. Naar de mening van zijn fractie ligt de oorzaak heel
duidelijk in het weer opvoeren van posten waarvan de relatieve prioriteit in het licht van de
financiële problematiek van nu en straks aanvechtbaar is. Daarover zou hij met het college willen
praten. Verder stelt hij dat Leefbaarheid de veiligheid en de fiets zeer hoog in het vaandel heeft
staan, maar, gelet op de moeilijke situatie, ook de durf heeft om andere zaken, als het echt moet,
voor te laten gaan. Zijns inziens gaat het niet aan 2,25 miljoen gulden aan investeringen in 1995
te plannen en daarnaast 100.000,-- te bezuinigen en dat terwijl de subsidies worden bevroren en
ook de Wet Voorzieningen Gezondheidszorg nog boven ons hoofd hangt. Hij verwijst hierbij naar
de op pagina 2 omschreven gemeentelijke kerntaak. Door deze keuze legt het college naar zijn
oordeel de prioriteiten duidelijk verkeerd. Het college zal deze 'roepende in de woestijn'
ongetwijfeld antwoorden dat een en ander reeds lang politiek vastligt. Niettemin doet hij een
beroep op de raadsleden zich nog eens rustig te beraden op voorgestelde investeringsplannen.
Laten we nog eens kijken naar allerlei subjectieve signalen en nog eens nagaan of de investeringen
van ruim 2 miljoen gulden voor een wegconstructie nu echt wel nodig zijn. Hij acht het geen
schande om bij financiële krapte op zijn schreden terug te keren en pleit voor een betere
kwalitatieve keuze. Of moeten we al dit soort dingen nog vlak voor de gemeentelijke herindeling
doen?
De heer MARTENS stipt wat aspecten van de hoofdlijnen aan. Vooraf constateert hij dat door het
college hard is gewerkt in een betrekkelijk korte tijd. De kadernota is een helder stuk geworden,
dat kort en zakelijk weergeeft waar het college heen wil. Zijn fractie gaat accoord met de inhoud
van deze nota, maar heeft daarbij nog enkele opmerkingen. Voor wat betreft de taakstellende
bezuiniging van een ton, vindt hij het niet erg dat niet exact wordt aangegeven waarin bezuinigd
zou moeten worden. Dat geeft alle fracties de gelegenheid constructief daarin mee te denken. Hij
is er voorstander van de stukken over de gemeentelijke subsidies en overige exploitatielasten nog
eens in de commissie Welzijn te bespreken. Voorts acht zijn fractie het de moeite waard te kijken
naar de kostenbeheersing en efficiency-verbetering in de eigen organisatie. Met betrekking tot de
gemeentelijke herindeling, die toch een reorganisatie is, merkt hij op dat blijkt dat geleidel ij kaan
wat vacatures ontstaan. Een en ander is nu nog niet alarmerend, maar wanneer van de ene dag op
de andere bijvoorbeeld een spilvacature moet worden ingevuld, kunnen de kosten daarvan aardig
oplopen. Zijn er gelden beschikbaar om deze problematiek op te lossen? Met betrekking tot de
reinigingsrechten was voor de fractie van Lijst 6 de verhoging met 40,— aanleiding om eens bij
andere gemeenten te informeren. Zonder meteen accoord te gaan met deze verhoging, merkt hij
toch op dat Nieuw-Ginneken hiermee ongeveer op hetzelfde niveau zit als vergelijkbare gemeen
ten. Het gaat zijn fractie te ver om deze verhoging niet toe te passen en daarvoor in de plaats de
OZB te verhogen. Voor wat betreft het functioneren van het Kringloopcentrum, heeft hij ook zo
zijn vragen. Zeker is naar zijn oordeel dat, zonder logistieke aanpassingen, een en ander
onbetaalbaar wordt.