De heer ZWIJNENBURG merkt over de reinigingsrechten op dat Nieuw-Ginneken weliswaar in de pas loopt met andere gemeenten, maar dat dat mede het gevolg is van het fonds. Hij kan niet uit de stukken lezen of dat bij andere gemeenten ook het geval is. Met genoegen constateert hij dat de prijzen nagenoeg op hetzelfde niveau liggen als die van Alphen en Riel en Chaam en dat sluit goed aan op de zojuist aangenomen motie. Vervolgens is hij van mening dat in stadsregionaal verband wel degelijk invloed kunnen uitgeoefend kan worden waar het de kosten betreft en hij roept het college op samen met andere gemeenten hiernaar te kijken. Het feit dat Nieuw-Ginneken ongeveer gelijkloopt met andere gemeenten, wil nog niet zeggen dat het tarief goed is. De heer VAN DE PUT dringt er op aan toch vooral geen zaken door elkaar te gooien en geen OZB en reinigingsrechten naar elkaar over te hevelen. Verder stelt hij toch blij te zijn met deze discussie, omdat naar zijn idee hiermee iets is opgebouwd dat hopelijk straks in de begroting is terug te vinden. Met betrekking tot de hondenbelasting pleit hij ervoor het tarief voor de eerste hond ongemoeid te laten en pas bij de tweede hond tot verhoging over te gaan. De heer MARTENS zegt nogmaals het niet erg te vinden dat niet precies is aangegeven waar de bezuinigingen vandaan moeten komen. Zijn fractie beschouwt dat als een indirect verzoek aan de raadsleden om met suggesties te komen. Vandaar ook zijn verzoek om het stuk over subsidies en dergelijke in de commissie Welzijn te behandelen, om vanuit die portefeuille daar eens terdege naar te kijken. Hij merkt bij voorbaat op dat de stofkam er niet aan te pas hoeft te komen. Wethouder VAN GILS constateert dat de discussie zich met name concentreert op het stortrecht. Ook hij hoopt dat oud papier weer wat gaat opleveren. Via de commissie ABAM heeft hij de opdracht gekregen een tariefdifferentiatie naar gezinssamenstelling te bekijken, zoals dat blijkens het in ieders bezit zijnde lijstje in bijvoorbeeld Terheijden en Chaam gebeurt. Het gevolg van een bepaalde differentiatie is wel dat wat de een minder betaalt, door de ander meer moet worden opgebracht. Eigenlijk is het al zo dat door de bevolking op deze zaak wordt ingespeeld. Veel alleenstaanden doen al samen met containers. De wethouder wil wel graag duidelijkheid wat de hondenbelasting betreft. Hij stelt voor de voorgestelde verhoging thans door te voeren en vervolgens een aantal jaren het tarief ongemoeid te laten. Kan de raad niet instemmen met deze verhoging, dan zal er op een andere manier iets moeten gebeuren. Hij vindt het ook te ver gaan om dan maar de OZB te verhogen. Mocht de raad er op enigerlei wijze in slagen ruimte te vinden, dan zou met name getracht moeten worden het tarief voor de eerste hond op het oude peil te houden. De VOORZITTER vat het voorstel als volgt samen: het voorstel handhaven en daarmee voor langere tijd volstaan. Als de raad daar andere opvattingen over heeft, zullen we andere dekkings mogelijkheden moeten zien te vinden. De voor het overige door de raadsleden gestelde vragen en gemaakte opmerkingen zullen door het college worden meegenomen in de voorbereidingen op de nota van aanbieding en zullen worden voorzien van inhoudelijke commentaren en opvattingen. Wethouder VAN GILS merkt richting de heer Martens nog op dat wanneer in de betreffende paragraaf iets gewijzigd zou worden, dat uiteraard via de commissie welzijn gaat. De heer WILLEMSEN denkt dat er, de geluiden van de straat beluisterend, door de verhoging van de tarieven in 1995 een container-pooling in onze gemeente zal ontstaan en dat er dus met een lagere opbrengst rekening gehouden moet worden. De heer H. VAN GILS stelt voor om, teneinde de discussie rondom de reinigingsrechten wat gestroomlijnd te laten verlopen, iedereen een A4-tje ter hand te stellen met een specificatie hoe dit tarief tot stand gekomen is. Daarnaast doet hij de suggestie om in het kader van de veranderende financiële verhoudingen de bijdrage richting Wolfslaar in de eigen pot te laten terugvloeien. Daarin zou een aardig bedrag te vinden zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 560