Wethouder ROPS herhaalt dat de vertraagde aankomst van het gezin niet aan het college verweten
kan worden. Verder legt hij uit hoe het college tot de keuze van de Galderse woning gekomen is.
Hij wijst er op dat de Somaliërs alles nog van begin af aan moeten leren en gelukkig hebben we
een aantal vrijwilligers die deze mensen begeleiden. In dat kader is ook de buurtvereniging
uitgenodigd daaraan mee te werken.
De VOORZITTER wijst erop dat de rondvraag aan de orde is. Hij verklaart zich namens het
college nogmaals bereid in een ander verband hierover uitgebreid te spreken. Uitgangspunt is dat
we op een rustige wijze inhoud wordt gegeven aan dat vraagstuk, waarbij taakstellingen opgelegd
zijn door de rijksoverheid.
De heer GOOS herinnert het college aan twee afspraken, die op zich in de notulen juist zijn
weergegeven, maar waarop hij nog geen antwoord heeft gekregen. Ten eerste is er de belofte van
wethouder Van Gils om te reageren op gestelde vragen met betrekking tot de monumentenbegro
ting. Het andere aktiepunt betreft de medewerkers met betrekking tot de arbeidspool. Kort na de
vorige raadvergadering zou daarover informatie komen, maar ook die heeft hem nog niet bereikt.
Wethouder VAN GILS antwoordt dat hij de ambtelijk door hem gevraagde gegevens ook nog niet
heeft. Hij zal daar achteraan gaan.
De VOORZITTER vindt het spijtig dat de heer Goos het aanvullend convenant van de pool niet
ontvangen heeft en excuseert zich daarvoor. Hij vraagt de raad bij gemis van toegezegde stukken
met hem of met de secretaris contact op te nemen. Overigens vraagt hij om enig begrip in verband
met de druk op de personele organisatie. De informatie zal alsnog worden verstrekt.
De VOORZITTER sluit de vergadering met het voorgeschreven gebed.
ALDUS VASTGESTELD IN DE OPENBARE VERGADERING VAN 6 SEPTEMBER 1994.
IZ/280694.RDN
21