HOOFDSTUK III Verboden en sancties Artikel 7 Het is de standplaatshouder verboden om: 1. de standplaats als stortplaats voor afvalstoffen e.d. te gebruiken; 2. het bebouwde gedeelte (de berging) van de standplaats anders te gebruiken dan als berging en/of sanitaire voor ziening, dat wil zeggen elk ander gebruik dat niet overeen komst met de bestemming van het gebouwde, zoals het onder brengen van vee, de opslag van materialen, e.d. en het uit oefenen van een bedrijf, is niet toegestaan; 3enige verandering of verbetering in de standplaats aan te brengen zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wethouders. Aan een dergelijke toestemming kan de Gemeente nadere voorwaarden verbinden; 4. een mast voor Radio- en/of TV-ontvangst aan te brengen aan de standplaats. Met uitdrukkelijke schriftelijke toestem ming van Burgemeester en Wethouders kan een zendmast aan gebracht worden, wanneer de standplaatshouder bijvoorbeeld een zendamateur is; 5. de opstallen storend voor de omgeving te gebruiken. Na beoordeling hiervan zijn Burgemeester en Wethouders ten alle tijde bevoegd andere voorwaarden te stellen; 6. de standplaats geheel of gedeeltelijk aan derden onder te verhuren of in (mede)gebruik te geven zonder voorafgaande uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wethouders Artikel 8 1. Degene, die met een woonwagen op een woonwagencentrum een standplaats heeft ingenomen, is verplicht wanneer deze met de woonwagen het woonwagencentrum gaat verlaten, van dit vertrek tenminste 3 0 dagen van tevoren mededeling te doen aan Burgemeester en Wethouders 2. Tevens is degene, die de standplaats gaat verlaten en de woonwagen in huur of in eigendom wil overdragen aan een derde, verplicht hiervan 3 0 dagen voor zijn vertrek melding te doen aan Burgemeester en Wethouders. 3De standplaatshouder is tevens verplicht om bij diens ver trek ervoor te zorgen dat de standplaats in de oorspronke lijke staat wordt achtergelaten. Burgemeester en Wethouders kunnen de standplaatshouder schriftelijk mededelen dat hiervan wordt afgeweken. Artikel 9 1. De standplaatshouder heeft zijn hoofdverblijf op de stand plaats. Hij is dan ook verplicht de woonwagen op de stand plaats tot zijn hoofdverblijf te hebben en te houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 60