Toen ontstond er een impasse, omdat er geen aanvaardbare
alternatieve huisvesting was voor de speel-o-theek
Onlangs echter bleek het mogelijk een lokaal en een kantoor
ruimte in de voormalige basisschool "De Tweeschaar" hiervoor te
gebruiken, zij het dat daartoe enige aanpassingen voor nodig
zijn. Op dat moment is er een start gemaakt met het maken van
de tekening van de uitbreiding van Dribbel die, op enkele zaken
na, inderdaad vrijwel geheel intern zal plaatsvinden. Zie
hiervoor de tekening van de oorspronkelijke staat en het nieuwe
ontwerp
Tegelijkertijd met de uitbreiding zal er een verandering
plaatsvinden in de leeftijdsopbouw van de groepen. Tot nu toe
was er één groep, bestaande uit twaalf kinderen in de leeftijd
van 6 weken tot 4 jaar. In de uitgebreide vorm zijn er twee
groepen: een groep van 9 kinderen van 6 weken tot 2 jaar, en
een groep van 15 kinderen van 2 tot 4 jaar. Het aantal kinderen
in de verschillende leeftijdscategorieën per groep komt overeen
met de kwaliteitseisen die gesteld worden in de modelverorde
ning kinderopvang VNG, welke door ons is overgenomen. De
beschikbare ruimten voldoen ruimschoots aan de eisen in deze
verordening
4 Het aantal opvangplaatsen in de gemeente
Wanneer de uitbreiding van Dribbel is gerealiseerd telt het
kinderdagverblijf 24 opvangplaatsen. Voor het ministerie van
WVC geldt (bij de afrekening) niet het aantal werkelijk bezette
aantal plaatsen bij kinderdagverblijven, maar de opvangcapaci
teit
Bij gastouderopvang, die er ook is in Nieuw-Ginneken, is dat
anders. Daar geldt het aantal gerealiseerde koppelingen. Er
moet dan daadwerkelijk sprake zijn van een contract en werke
lijke opvang van een kind door een gastouder. Daarbij telt 2^
koppeling als één kindplaats. Wanneer er dus 25 koppelingen
zijn, dan zijn er 10 kindplaatsen gerealiseerd.
Belangrijk in dit verband is dat het ministerie aan elke
gemeente een maximum-aantal plaatsen heeft toegekend, dat voor
een stimuleringsbijdrage in aanmerking komt. Voor Nieuw-Ginne
ken is dat 33,3. Voor dit aantal heeft de gemeente vanaf 1991
voorschotten ontvangen. Het ontvangen geld, dat overigens zowel
voor investeringen als voor exploitatie mag worden aangewend,
mocht vanaf 1991 worden doorgeschoven tot 31 december 1993. Dat
was namelijk de peildatum van de stimuleringsmaatregel 1991-
1993. Wanneer op 31 december 1993 het aantal gehaald zou zijn,
kon de gemeente het geld houden. En bovendien zou in de bevoor-
schotting 1994-1995 uitgegaan worden van dat aantal. Zou de
gemeente het maximum-aantal niet halen, dan leidt dat niet
alleen tot terugvordering, maar ook tot verlaging van de
bevoorschotting 1994-1995.
Op goede gronden hebben wij er tot eind oktober 1993 vanuit
kunnen gaan dat het maximum aantal plaatsen per 31 december
1993 gerealiseerd zou kunnen worden. Om redenen die in het
kader van dit raadsvoorstel minder relevant zijn bleek op dat
moment echter dat het aantal gerealiseerde koppelingen bij het
gastouderbureau ver achter bleef bij onze gerechtvaardigde
verwachtingen. Dit zou een schade opleveren van ongeveer