dat het besluit van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant met betrekking tot
de gemeentelijke herindeling Samenwerkingsgebied Breda in zoverre positief beoordeeld
kan worden dat uiteindelijk tot op zekere hoogte recht wordt gedaan aan het concept van
de Groene Gemeente;
dat dit besluit voor wat betreft de uiteindelijke omvang van de Groene Gemeente geen
recht doet aan de opvattingen van betrokken gemeenten, dit laatste met name door het niet
opnemen van de kernen Bavel en Riel;
dat in belangrijke mate voorbij wordt gegaan aan de opmerkingen van de minister van
Binnenlandse Zaken, naar aanleiding van het advies van de commissie Van Splunder, d.d.
6 juni 1994, waarin de bestuurders van de provincie Noord-Brabant worden uitgenodigd
de gemeentelijke herindeling Samenwerkingsgebied Breda voor wat betreft de gemeente
Nieuw-Ginneken nader te bezien, omdat aan het belang van de gemeente Nieuw-Ginneken
onvoldoende recht is gedaan;
nodigt het college van burgemeester en wethouders uit:
het initiatief van de Groene Gemeente vanaf nu samen met partnergemeenten concreet
gestalte te geven;
al het mogelijke te doen om voornoemd herindelingsbesluit dusdanig te laten wijzigen dat
alsnog recht wordt gedaan aan het totale initiatief van onderop en dat dus de kernen Bavel
en Riel worden opgenomen in de Groene Gemeente;
deze motie onder de aandacht te brengen van de gemeente-besturen van Alphen en Riel,
Baarle-Nassau, Chaam en Breda,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer POSTHUMA wijst op het door Nieuw-Ginneken consequent gevoerde beleid inzake de
gemeentelijke herindeling. Dit beleid, gebaseerd op het idee van de Grote Groene Gemeente, moet
worden gehandhaafd. Inhoudelijke argumenten dat we op de verkeerde weg zouden zijn, heeft hij
nog niet gehoord, ook niet van de zijde van Provinciale Staten. Het afgelopen vrijdag in de Staten
gehouden debat werd door hem als een zwak debat ervaren. Hoewel tijdens de Statenvergadering
werd opgemerkt dat de Tweede Kamer het herindelingsplan slechts marginaal zou mogen toetsen,
is men alom van mening dat van de minister en van de Tweede Kamer een stevige bijstelling van
de plannen mag worden verwacht. Zijn fractie deelt die opvatting, zeker waar het gaat om Nieuw-
Ginneken. De 6000 inwoners van Bavel zijn voor de Groene Gemeente van vitaal belang. De
PvdA steunt daarom de motie die mede namens hem is ingediend.
De heer VAN DER WESTERLAKEN merkt namens Leefbaarheid op dat uit de Statenvergadering
toch het positieve element te halen is, dat er eindelijk weer sprake is van een Groene Gemeente,
zij het dan geen Grote Groene Gemeente. Het is nu zaak richting minister en Tweede Kamer te
bewerkstelligen dat ook Bavel en Riel bij de Grote Groene Gemeente worden betrokken, omdat
anders het draagvlak minimaal zou zijn. Hij dringt aan op het op korte termijn samenstellen van
een werkgroep, die de op gang komende processen kan sturen en begeleiden.
De heer MARTENS zegt dat het merkwaardige besluit van Provinciale Staten bij hem gemengde
gevoelens oproept. Enerzijds hoort Bavel er niet bij; anderzijds wordt recht gedaan aan het idee
Groene Gemeente. Zijn partij zal er alles aan doen deze besluitvorming in de verdere verloop van
het traject om te buigen. Voorts is zijn partij graag bereid deel te nemen aan het overleg dat het
bestuur van de Vereniging Dorp Bavel in het leven roept om op korte termijn te onderzoeken of
er nog mogelijkheden zijn om de beslissing ongedaan te maken. Hij geeft een opsomming van zijn