Procedure voor toewijzing van een standplaats voor een
woonwagen in de gemeente
Rangvolgordebepaling en urgentiewaardering standplaatszoekenden
HOOFDSTUK III
Artikel 7
Burgemeester en Wethouders verlenen een vergunning tot het
innemen van een standplaats, indien de aanvrager staat
ingeschreven op de in artikel 4 vermelde wachtlijst en de
puntentoekenning, zoals omschreven in artikel 15 van deze
verordening, daartoe aanleiding geeft.
Artikel 8
1. De vergunning tot het innemen van een standplaats wordt
verleend voor een onbepaalde periode, is persoonsgebonden
en niet overdraagbaar.
2Er wordt geen vergunning verleend wanneer de aanvrager
beschikt over een woonwagen zonder sanitair, en ook de toe
te wijzen standplaats geen sanitaire unit bevat.
Artikel 9
De vergunning tot het innemen van een standplaats vervalt
1. indien de standplaats niet binnen een termijn van twee
weken na afgifte van de vergunning daadwerkelijk wordt
ingenomen of, indien deze termijn door Burgemeester en
Wethouders is verlengd, na afloop van de termijn van
verlenging;
2. indien de vergunninghouder binnen een termijn van twee
weken schriftelijk te kennen heeft gegeven hiervan geen
gebruik meer te willen maken;
3. onmiddellijk na beëindiging van de voor de betreffende
standplaats aangegane huurovereenkomst.
Artikel 10
1Burgemeester en Wethouders kunnen de vergunning tot het
innemen van een standplaats intrekken indien:
a. gebleken is van onjuistheid van de door de aanvrager
bij de inschrijving verstrekte gegevens;
b. betrokkene hiertoe toestemming verleent;
c. de vergunninghouder handelt in strijd met de bepalingen
van deze verordening, de huurovereenkomst en/of de
daaraan verbonden voorschriften.
2Een besluit tot intrekking van de vergunning wordt
schriftelijk aan betrokkene medegedeeld.
HOOFDSTUK IV