2
Circulaire d.d. 26 maart 1991. nr. QPZ/102931. d.d. 12 juni
1991, QPZ/105763 en 25 iuli 1991. nr QPZ/107317 van het Colle
ge voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeen
ten, alsmede de circulaires d.d. 6 juni 1991. nr. AW91/U6 en
d.d. 25 maart 1991. nr. AW90/102/U35 van het ministerie van
Binnenlandse Zaken.
Per 1 augustus 1991 zijn de gemeenten verplicht op grond van
artikel 126 van de Ambtenarenwet tot invoering van de WW-
bodemregeling in de gemeentelijke wachtgeld- en uitkeringsver
ordening. Deze regeling houdt in dat ambtelijke ontslaguitke
ringen zodanig worden aangepast dat een ambtenaar tenminste
dezelfde rechten heeft als wanneer betrokkene onder de WW zou
vallen. De verwachting van het college van arbeidszaken is dat
naar schatting ca 5 van de wachtgelders en 40-60 van de
uitkeringsgerechtigden profijt hebben van de WW-bodemregeling
Vooral op grond van uitvoeringsproblemen is gekozen voor een
gefaseerde invoering. Voor een meer uitgebreide toelichting
wordt verwezen naar de circulaire van het college voor ar
beidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten van 12
juni 1991, kenmerk OPZ/105763. Vanaf dezelfde datum zijn geen
nieuwe toetredingen tot de WWV-vervangende regeling meer
mogelijk. Bestaande rechten worden overigens niet aangetast,
hiervoor dient een overgangsbepaling te worden vastgesteld.
Via het gemeentefonds wordt compensatie geboden voor de
structurele en incidentele kosten.
Over deze wijzigingen behoeft geen plaatselijk overleg gevoerd
te worden.
De eerste twee wijzigingen betreffen in feite "verslechterin
gen" van de rechtspositie van de ambtenaar. Gelet op de juris
prudentie, mogen verslechteringen niet met terugwerkende
kracht worden ingevoerd. Aangezien er zich echter geen geval
len hebben voorgedaan wordt u voorgesteld alle wijzigingen in
te laten gaan op 1 augustus 1991.
In plaats van een wijzigingsvoorstel, wordt u voorgesteld een
compleet nieuwe verordening vast te stellen, conform bijge
voegd ontwerp-besluitDe uitkeringsverordening wordt hierdoor
weer een leesbare verordening.
Tevens dient de verlenging van de WW-vervangende regeling
formeel nog verlengd te worden tot 1 augustus 1991 en dient
een overgangsbepaling te worden vastgesteld. U wordt voorge
steld hiertoe over te gaan conform bijgevoegde ontwerp-beslui-
ten
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN NIEUW-GINNEKEN,
De secretaris, De Burgemeester,
J.G. CoppensP.A.C.M. van der Velden.
91-01270RDV