Artikel la
In deze verordening wordt verstaan onder "lichamen": Rechtsper
sonen, maat- en vennootschappen, samenwerkingsvormen zonder
rechtspersoonlijkheid die met verenigingen maatschappelijk
gelijk kunnen worden gesteld, ondernemingen van publiekrechte
lijke rechtspersonen en doelvermogens.
Artikel 2
1 In deze verordening wordt verstaan onder "diensttijd": de
aan het in artikel 1, lid 1, bedoelde ontslag voorafgaande
in overheidsdienst doorgebrachte tijd waaraan het ambte
naarschap in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet
is verbonden, alsmede tijd die door inkoop of door een
verzoek, bedoeld in artikel D 2 van evengenoemde wet, voor
pensioen geldig zou zijn verklaard.
2 Onder diensttijd bedoeld in lid 1 wordt mede verstaan de
tijd doorgebracht in de betrekking waaruit het ontslag,
bedoeld in artikel 1 is, verleend, indien aan die tijd op
grond van artikel B 7 van de Algemene burgerlijke pensioen
wet het ambtenaarschap in de zin van evengenoemde wet niet
is verbonden.
3 In afwijking van het bepaalde in lid 1 en 2 blijft buiten
beschouwing
a. diensttijd liggende vóór een onderbreking van meer dan
een maand daarvan wegens verleend ontslag;
b. diensttijd welke in aanmerking is genomen bij de bere
kening van de duur van een eerder toegekend wachtgeld
of een daarmede gelijk te stellen uitkering wegens
onvrijwillige werkloosheid ten laste van de overheid,
behalve voor de toepassing van artikel 6, lid 4;
c. diensttijd welke in aanmerking is genomen bij de bere
kening van een pensioen krachtens de Algemene burger
lijke pensioenwet dan wel voorafgaat aan een ontslag
verleend op grond van artikel H 6 van het Algemeen
Ambtenarenreglement of een soortgelijke bepaling in een
andere overheidsregeling;
d. tijd als bedoeld in artikel D 4 van de Algemene burger
lijke pensioenwet;
e. tijd in een aangehouden betrekking, dan wel tijd in een
betrekking welke de belanghebbende had kunnen aanhou
den, doch uit welke hij vrijwillig ontslag heeft geno
men met ingang van de datum waarop de uitkering ingaat.
4 Indien en voor zover diensttijd die bij de berekening van
een uitkering in aanmerking is genomen, met een overheids-
pensioen, anders dan ten laste van het Algemeen burgerlijk
pensioenfonds, wordt vergolden, worden de duur en het
bedrag van de uitkering, met ingang van de dag waarop dit
pensioen is ingegaan, herberekend, waarbij die diensttijd
buiten beschouwing wordt gelaten.
Artikel 2a
1 Deze verordening verstaat onder dienstbetrekking iedere
publiekrechtelijke of privaatrechtelijke arbeidsverhouding