Artikel 6
Vervolguitkering
Artikel 7
1 In afwijking van artikel 5, eerste en tweede lid, wordt,
indien dit leidt tot een langere uitkeringsduur, waarin
tevens voor zover van toepassing de bijzondere verlenging
als bedoeld in het vierde lid van dit artikel is begrepen,
de duur van de uitkering vastgesteld overeenkomstig de
volgende leden.
2 De duur van de uitkering wordt vastgesteld op een aantal
maanden, gelijk aan 1/6 deel van de diensttijd, waarna de
uitkomst naar boven wordt afgerond op hele maanden.
3 De ingevolge het tweede lid berekende uitkeringsduur wordt
ten hoogste vastgesteld op 24 maanden.
4 Indien een belanghebbende ten tijde van het ontslag een
diensttijd van tenminste 10 jaren heeft volbracht en de som
van zijn leeftijd en diensttijd, die hij ten tijde van het
ontslag heeft bereikt, 60 jaren of meer bedraagt, wordt hem
na afloop van de termijn waarover uitkering is toegekend
aansluitend gedurende een periode van zes maanden een
bijzondere verlenging verleend.
1 De belanghebbende, die het einde van de uitkeringsduur,
bedoeld in artikel 5, tweede lid, heeft bereikt, heeft in
aansluiting op die uitkering recht op een vervolguitkering.
2 De belanghebbende die
a. het einde van de uitkeringsduur, bedoeld in artikel 5,
eerste lid, heeft bereikt, en
b. voldoet aan de voorwaarde, bedoeld in artikel 5, tweede
lid, onderdeel a of b, doch uitsluitend wegens zijn
arbeidsverleden geen recht heeft op verlenging van de
uitkeringsduur,
heeft recht op een vervolguitkering.
3 Behoudens het gestelde in de volgende leden is de duur van
de vervolguitkering een jaar.
4 De duur van de vervolguitkering voor de belanghebbende die
op de dag van zijn ontslag 57,5 jaar of ouder is, bedraagt
drie en een half jaar.
5 De belanghebbende aan wie ingevolge artikel 6 een uitkering
is toegekend, heeft aansluitend recht op een vervolguitke
ring indien de toegekende uitkering eindigt op een tijdstip
gelegen binnen een jaar na de datum waarop zijn uitkering
zou zijn beëindigd, wanneer deze zou zijn toegekend inge
volge artikel 5. De vervolguitkering eindigt op het tijd
stip gelegen een jaar na de in de vorige volzin bedoelde
datum
6 De belanghebbende die op de dag van zijn ontslag 57,5 jaar
of ouder is en aan wie ingevolge artikel 6 een uitkering is