15
c. indien de belanghebbende enig op grond van artikel 19,
lid 5 gegeven voorschrift niet nakomt, tenzij hem
hiervan redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt,
dan wel indien er overigens gegronde reden is om aan te
nemen dat hij niet ernstig tracht werk te vinden;
d. indien de belanghebbende zich zonder schriftelijke
toestemming van burgemeester en wethouders in het
buitenland vestigt of geacht moet worden aldaar duur
zaam te verblijven;
e. indien de belanghebbende, zij het ook alleen door
gebrek aan medewerking, verhindert dat een geneeskundig
onderzoek tot het verkrijgen van invaliditeitspensioen
krachtens de Algemene burgerlijke pensioenwet plaats
vindt dan wel zodanig onderzoek belemmert;
f. indien de belanghebbende zich zodanig gedraagt, dat hem
ontslag zou zijn verleend als hij in dienst was geble
ven;
g. indien achteraf blijkt, dat voor het aan de belangheb
bende verleende ontslag zich feiten en/of omstandighe
den hebben voorgedaan die, zo deze eerder bekend waren,
aanleiding zouden hebben gevormd hem als ambtenaar met
toepassing van hoofdstuk G van het Algemene Ambtenaren
reglement ontslag te verlenen;
h. indien de belanghebbende niet ernstig tracht werk te
vinden
2 Het voorgaande lid is, voor zover nodig, van overeenkomsti
ge toepassing op een uitkering, bedoeld in artikel 15.
3 Indien de belanghebbende de verplichting bedoeld in artikel
19, lid 1, niet nakomt dan wel indien hij als ingeschreve
ne bij het arbeidsbureau dan wel de buitenlandse instantie
van arbeidsbemiddeling opzettelijk of door nalatigheid
verzuimt gevolg te geven aan een oproeping of aanwijzing
van het arbeidsbureau, welke kan leiden tot het verkrijgen
van werk dat hem in verband met zijn persoonlijkheid en om
standigheden redelijkerwijs kan worden opgedragen of indien
hij weigert dergelijk werk te aanvaarden, vervalt de uitke
ring voor het gedeelte waarmee deze tezamen met de verzuim-
de of verloren gegane inkomsten, de bezoldiging te boven
zou zijn gegaan.
4 Het bepaalde in dit artikel is niet van kracht indien het
niet nakomen van voorschriften, het weigeren of geen ge
bruik maken van een aangeboden betrekking of van een gele
genheid tot het verkrijgen van inkomsten geschiedt tijdens
een staking of uitsluiting, tenzij zich daarbij het geval
voordoet voorzien in artikel F 11, laatste zinsnede van lid
4, van het Algemeen Ambtenarenreglement.
Einde van het recht op uitkering
Artikel 25
1 Het recht op uitkering eindigt:
a. behoudens het bepaalde in het tweede lid, met ingang
van de eerste dag van de tweede maand volgende op die
waarin de belanghebbende in de zin van artikel E 1 van