Artikel 16 De verbodsbepaling slaat op de volgende situaties: a. na toewijzing door Burgemeester en Wethouders mag een standplaats met een woonwagen worden bewoond door een woonwagenbewoner die over een vergunning tot het innemen van een standplaats beschikt. De standplaatshouder mag de standplaats niet aan een derde in gebruik geven; b. het kan voorkomen dat een huurwoonwagen, nadat hiervan de huur is opgezegd en deze tevens verlaten is, op de stand plaats blijft staan, omdat er binnen afzienbare tijd een andere gegadigde is. Deze woonwagen zou gekraakt kunnen worden Er moet ook opgetreden kunnen worden tegen de koper van een woonwagen. De laatste moet eveneens over een vergunning tot het innemen van een standplaats van Burgemeester en Wethouders beschikken om de woonwagen op dit standplaats te mogen bewonen c. Elk voertuig dat géén woonwagen is in de zin van artikel 1 van de Woonwagenwetzoals een toercaravan, kan met deze bepaling van een standplaats worden geweerd. Burgemeester en Wethouders kunnen bijvoorbeeld in afwachting van een definitieve geschikte woonwagen wel toestemming verlenen om voor een bepaalde periode met een toercaravan op een stand plaats te mogen staan. 10

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 72