dD
GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN
De Raad van de gemeente Nieuw-Ginneken
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Nieuw-
Ginneken nr. 11 d.d. 11 januari 1994;
gelet op de artikelen 216, 219 en 227, eerste lid, aanhef en
onderdeel b, ten eerste van de Gemeentewet, en artikel 9,
tweede lid van de Woonwagenwet (Stb. 1968, 98);
BESLUIT
vast te stellen de volgende
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN DE WOONWAGEN
RECHTEN
Begripsbepalingen
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Woonwagencentrum: een of meer bijeen gelegen, niet op naam
gestelde standplaatsen voor woonwagens als bedoeld in art. 1
van de Woonwagenwet (Stb. 1968, 98)
b. Woonwagen: een wagen, in de zin van artikel 1 Woonwagenwet
(Stb. 1968, 98), die voortdurend of nagenoeg voortdurend als
woning wordt gebezigd of daartoe bestemd is.
c. Standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 2, 10,
10e of 11 van de Woonwagenwet (Stb. 1968, 98) dan wel
artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Woningwet (Stb.
1991, 439), dat wil zeggen een als zodanig gemarkeerd
gedeelte van het woonwagencentrum, dat is ingericht en
bestemd voor het plaatsen van een woonwagen en een berging/
sanitaire unit.
d. Huurovereenkomst: de overeenkomst tussen de huurder en de
verhuurder van de standplaats, waarin de huurbepalingen voor
de standplaats zijn geregeld.
e. Dag: een etmaal of een gedeelte daarvan.
f. Maand: een kalendermaand, te stellen op 3 0 dagen.