31 EEN KREDIET BESCHIKBAAR TE STELLEN VOOR HET BOUWRIJP- MAKEN VAN DE GROND. Mevrouw KOLEN merkt namens haar fractie op verheugd te zijn over de verlaging van de grondprijs in het bestemmingsplan De Kouter te Bavel, zoals zij het college had voorgesteld. Het voorstel de prijs gelijk te maken aan die van de sociale woningbouw is door het college niet overgenomen, maar de thans voorgestelde prijs kan door haar fractie worden geaccepteerd. De heer ZWIJNENBURG merkt op dat waar in het voorstel de prijsklasse van 150,— geïntrodu ceerd wordt, gesproken wordt over half of geheel vrijstaande eenvoudige woningen. Bij de exploitatieopzet echter blijkt het te gaan over 21 eenvoudige koopwoningen in een rij. Misschien moet het voorstel worden aangepast, zodat we duidelijk weten waar het over gaat. Verder is hij van mening dat het prijsverschil tussen het eerder besproken voorstel en het thans voorliggende wel wat groot is en hij vraagt zich af of we niet erg aan het doorschieten zijn. Hij is uiteraard blij met de gunstiger prijs voor de wat eenvoudiger woningen, maar heeft moeite met het grote ver schil. Tevens meent hij dat door het grote prijsverschil een soort overgangsgebied, een grens, ontstaat tussen de luxere bouw en de wat eenvoudiger woningen. De CDA-fractie is graag bereid het college de machtiging tot grondverkoop te verlenen, maar wil wel graag horen hoe met de gronduitgifte zal worden omgegaan. In dit kader wijst hij op de afspraak van een aantal jaren geleden om bij grondverkoop de prioriteit te leggen bij starters en doorstromers. De CDA-fractie hecht er aan dat dat beleid gecontinueerd wordt en hoort graag de mening van het college daarover. De heer MARTENS vraagt bij interruptie of hij goed gehoord heeft dat het CDA voorstander is van het bouwen voor starters en jongeren. Dat zou namelijk een nieuwigheid zijn, want, kijkend naar het door het vorige college gevoerde beleid, herkent hij dat helemaal niet. De heer ZWIJNENBURG merkt op het jammer te vinden dat die opmerking nu pas komt, op een moment dat het hem vanuit zijn huidige functie niet past om een en ander te verdedigen. De heer POSTHUMA merkt bij interruptie op dat, als het gaat om zaken uit het verleden, de heer Martens zijn verwijten zou moeten richten aan de toenmalige CDA-fractie in plaats van aan de huidige. De heer MARTENS zegt dat hij dat in het verleden ook nooit onder stoelen of banken heeft gestoken. Dat is de heer Posthuma bekend. De heer H. VAN GILS is blij met de grondprijsverlaging voor met name de vrijstaande eenvoudi ge woningen, maar vindt ook de verschillen wat groot. Hij geeft het college opnieuw in over weging daar ergens tussenin te gaan zitten. Hij zou verder graag weten of de genoemde prijzen in- of exclusief BTW zijn. De heer VAN YPEREN heeft geen moeite met de prijs van 282,— en vindt die prachtig aansluiten bij de grondprijzen van de Kraaijenberg. Een en ander past prima in het beleid. Juist ook omdat we in de Kraaijenberg niet in staat zijn geweest dat waar te maken, hebben we hier de gelegenheid iets goed te maken aan de gemeenschap. Hij stelt dan ook voor de in het voorstel genoemde prijs van 150,-- wat dat betreft te handhaven. De VOORZITTER legt uit hoe men tot de prijs van 282,-- gekomen is. Hieraan ligt een ander uitgangspunt van de gemeenteraad ten grondslag. Uitgegaan is van de basisprijs van De Kraaijen berg voor riant gelegen grond, verhoogd met 6% per jaar. Voor sociale huur- en koopwoningen zijn altijd al lagere prijzen gehanteerd, zelfs in het bestemmingsplan De Kraaijenberg. De bedoeling van de lage prijs is, ruimte te scheppen in de categorie sociale koopwoningen voor starters, maar meer nog voor doorstromers. Op de vraag van de heer Zwijnenburg antwoordt hij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 782