dat niet moet worden gedacht aan half vrijstaande woningen, maar aan rijen of blokken woningen. De prijzen zouden anders te hoog zijn om de bedoelde categorie van de grond te helpen. Bovendien moet er gewoekerd worden met de ruimte. Richting de heer Van Gils merkt hij op dat de bovengrens dus bepaald wordt door de overweging dat overal dezelfde prijs zou moeten worden gehanteerd. De prijs van 150,— was oorspronkelijk 136,— en is al wat verhoogd om het verschil wat redelijker te maken. Tevens wijst hij er op dat de prijs van 282,— voor de vrije sectorwoningen, een prijs die wij vrij fors vinden, door omliggende gemeenten, met name ten westen van Nieuw-Ginneken, als alleszins acceptabel wordt beschouwd. Een eventueel bijkomend voordeel van deze prijs zou kunnen zijn dat de druk op onze gemeente wat wordt verminderd. De heer ZWIJNENBURG komt terug op de 6% prijsverhoging. Hij denkt niet dat dat zo in het contract staat. Daar staat: maximaal 6%. Er zal moeten worden afgewacht of dat in de praktijk veel verschil maakt. Het is wel goed te weten hoe die 6% is ontstaan. Bij het bekijken van een bepaalde periode is geconstateerd dat de grondprijs in Nieuw-Ginneken zich in opwaartse richting bewoog met een gemiddelde van 6% per jaar. We bevestigen dat nu door een stap terug te doen en weer met die 6% door te gaan. In de Kraaijenberg is dat ongetwijfeld de praktijk, maar moeten we daar zelf ook aan meedoen? Hoewel er zeer veel kandidaten zijn voor sociale koopwoningen, is het voor hem de vraag of je het daaraan kunt koppelen. Bij sociale koopwoningen is er immers altijd sprake van een inkomenstoets. Hij is het met de heer H. van Gils eens dat de verschillen toch wel heel erg groot geworden zijn en pleit ervoor de prijzen wat dichter bij elkaar te brengen. De heer VAN YPEREN vraagt wat nu het concrete voorstel is van de heer Zwijnenburg. De heer ZWIJNENBURG herhaalt: de verschillen wat kleiner maken. Het een wat duurder, het andere wat goedkoper. Wat hem betreft behoefde het voorstel dat in de commissie aan de orde kwam ook niet gewijzigd te worden. Hij laat het graag aan de wijsheid van het college over om daar een voorstel over te doen. De heer H. VAN GILS vindt dat de voorzitter goede argumenten op tafel heeft gelegd, waarmee hij wel kan leven. Hij heeft overigens nog geen antwoord gehad op zijn vraag over de BTW. De VOORZITTER antwoordt dat er tegenwoordig niet meer in termen van BTW gerekend wordt. Het betreft hier één prijs, waar niets meer bijkomt. Hij benadrukt nogmaals dat de beoogde woningen bedoeld zijn voor de categorie mensen die tot nu toe voor sociale koopwoningen in aanmerking kwamen. Er zal ook worden getoetst, zodat de woningen ook inderdaad bij de be doelde categorie terechtkomen. Door de stijgende rente is de financiering van de sociale woning bouw de laatste maanden heel wat moeilijker geworden. Het is zelfs niet zeker dat de geplande 7 premie A-woningen in De Kouter sociale koopwoningen kunnen blijven. Van gemeentewege is er in ieder geval op aangedrongen de sociale huurwoningen in dit project overeind te houden. De heer ZWIJNENBURG blijft tegen, maar zal geen hoofdelijke stemming noch aantekening vragen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 16. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET ASFALTEREN VAN VIER KRUISINGSVLAKKEN IN DE MOLENSTRAAT. De heer POSTHUMA heeft begrip voor de overlast door de klinkerbestrating op de kruisingsvlak- ken. Die klinkervlakken waren echter bedoeld als snelheidsremmende maatregel en hij vindt het jammer nu te gaan asfalteren zonder dat daar een andere snelheidsbeperkende maatregel voor in de plaats komt. Hij vraagt het college een en ander nog eens te bezien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 783