De heer VAN YPEREN vraagt waar het aan ligt dat steeds meer lantarenpalen in Bavel uitvallen.
De VOORZITTER kent het probleem, maar weet ook niet waar de oorzaak ligt. De zaak heeft de
aandacht.
De heer PLATZBEECKER verwijst nog even naar het afscheid van de burgemeester vorige week.
Hij vond het prettig vanavond diens naam nog onder de stukken aan te treffen, hoewel dat de
laatste keer zal zijn geweest. Tevens maakt hij van de gelegenheid gebruik de voorzitter in zijn
functie als loco-burgemeester te complimenteren met de wijze waarop hij deze vergadering heeft
voorgezeten.
De heer MARTENS vraagt het college eens te kijken naar de tweede verkeersdrempel in de
Pennendijk, kort voor de bocht bij de Weversdries. Die drempel ligt naar zijn oordeel veel te
hoog en zal zeker problemen gaan opleveren.
De VOORZITTER zegt toe een en ander te zullen bekijken.
De heer WILLEMSEN maakt melding van flink wat klachten van met name oudere mensen over
opstaande tegels en andere slechte bestrating. Met name wijst hij in dit verband op De Donk. Hij
vraagt het college de bestrating van tijd tot tijd te laten bekijken, zodat die veilig blijft voor
voetgangers.
De VOORZITTER merkt op dat daarvoor een speciale ploeg op de weg zit, maar dat die
natuurlijk ook niet overal tegelijk kan zijn. De klachten vanuit De Donk worden hierbij genoteerd.
Voorts vraagt hij de raad bij constatering van dergelijke zaken even Openbare Werken te bellen,
waarna de melding meteen zal worden bekeken.
De heer ZWIJNENBURG wil graag weten of zijn eerder gestelde vraag over de voorgestelde
verkeersmaatregelen in Galder inmiddels beantwoord kan worden.
De VOORZITTER deelt mede dat er toch drempels gelegd gaan worden, weliswaar gematigd in
hoogte. Een hogere drempel is niet eens nodig; de aankondiging op zich is waarschijnlijk al
voldoende om het verkeer af te remmen.
De VOORZITTER sluit de vergadering met het voorgeschreven gebed.
ALDUS VASTGESTELD IN DE OPENBARE VERGADERING VAN 18 NOVEMBER 1994,
De Raad voornoemd,
de secretaris.
IZ/94-4512.RDN
11