L
tfp
X X
X
GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN
R A A D
d.d.ZA. JAN. 1994
owv-ffym
Raadsvergadering
Onderwerp
25 januari 1994
Agenda Nr
12
KlassNr
-1 73121
Voorstel tot beschikbaarstelling van een
krediet ter voorziening in de toegekende
schadevergoeding ex artikel 4 9 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Ulvenhout, 11 januari 1994
Aan de Raad,
In de vergadering van 2 juni 1993 besloot uw raad tot vaststel
ling van een schadevergoeding voor een persoon aan de Stri j-
beekseweg te Ulvenhout op grond van artikel 4 9 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening. Toegekend werd een bedrag aan schadever
goeding, inclusief de wettelijk verschuldigde interest groot
f. 44.400,--. Bovendien werd aan betrokkene ook het griffie
recht, dat hij verschuldigd was voor het ingestelde beroep bij
de Raad van State, ad f. 150,-- vergoed.
Met dit besluit gaf uw raad gevolg aan de uitspraak van de Raad
van State, Afdeling voor de Geschillen van Bestuur, van 5
februari 1993. Deze Afdeling vernietigde immers uw besluit van
9 mei 1989, waarbij het verzoek van betrokkene om toekenning
van planschade werd afgewezen. In de uitspraak werd uw raad
opgedragen om binnen 3 maanden na de datum van de uitspraak
opnieuw in de zaak te voorzien.
In ons voorstel aan uw raad van 18 mei 1993 deelden wij u mede,
dat wij Rijkswaterstaat, Directie Noord-Brabant, gewezen hebben
op de in het kader van het bestemmingsplan "Verkeerswegen"
onherroepelijk geworden bij Koninklijk Besluit van 14 november
1986, nummer 40, gemaakte afspraken aangaande de afhandeling
van planschadeverzoekenIn de toelichting bij dit bestemmings
plan is immers in hoofdstuk 4.9 bepaald, dat indien de Kroon
alsnog een vergoeding wegens planschade toekent, het Rijk
alsdan ten laste van de gemeente komende planschadevergoeding
zal terugbetalen.
Bij brief van 4 juni 1993 echter heeft Rijkswaterstaat, Direc
tie Noord-Brabant, ons bericht van mening te zijn, dat de aan
betrokkene te vergoeden planschade, beperkt dient te blijven
tot een bedrag van f. 25.000,--, vermeerderd met de wettelijke
rente vanaf de dag van indiening van het verzoek tot aan de dag
van betaling. Rijkswaterstaat baseert zich daarbij op het door