15
Artikel 34
Aanlegvergunning
1De leges bedragen voor het verlenen van een
aanlegvergunning als bedoeld in artikel 14
c.q. artikel 21 lid 7 van de Wet op de
Ruimtelijk Ordening
2In het geval dat het verlenen van de ver
gunning als bedoeld in het vorige lid is
voorafgegaan door publikatie van het be
treffende verzoek om vergunning in één of
meer dag- of huis-aan-huis-bladen worden de
overeenkomstig dat lid geheven leges ver
hoogt met per publikatie
Afgifte van een verklaring van geen bezwaar
In het geval dat het verlenen van een vergun
ning als bedoeld in de artikelen 27, 28, 29, 30
en 31 wordt voorafgegaan door een afgifte van
een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in
artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Orde
ning, al dan niet in samenhang met artikel 50,
lid 6 van de Woningwet en/of artikel 46, lid 8
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, worden
de overeenkomstig die leden geheven leges ver
hoogd met
a. basistarief 352,--
b. een toeslag 1.058,--
Welke wordt toegepast indien:
nog geen in voorbereiding zijnd bestem
mingsplan waarop wordt vooruitgelopen, voor
overleg ex artikel 10 Besluit Ruimtelijke
Ordening 1985 aan de PPC is aangeboden of;
op het moment dat een verklaring van geen
bezwaar gevraagd wordt, het advies van de
PPC over het in voorbereiding zijnde be
stemmingsplan waarop wordt vooruitgelopen,
langer dan één jaar tevoren is uitgebracht,
tenzij binnen dat jaar het ontwerp voor een
(herzienings)plan ter inzage is gelegd zo
als bedoeld in artikel 23 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening.
Artikel 35