algemene urnenruimte een der overige urnenruimten op de
algemene begraafplaats;
gedenkteken een op aanvraag van de nabestaanden
geplaatst stenen gedenkteken met op
schrift
Artikel 4
Tarief voor het begraven van stoffelijke overschotten en het
bijzetten van asbussen.
1. Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een per
soon van 12 jaar of ouder wordt 1.064,-- geheven. In dit
bedrag is een onderhoudsrecht begrepen van het graf ge
durende een periode van 2 0 jaar nadat het graf in gebruik
is genomen.
2. Voor het begraven van overleden kinderen beneden het jaar
en van levenloos geborenen wordt een vierde gedeelte en
voor het begraven van overleden kinderen 1 tot 12 jaar de
helft van de in het eerste lid genoemde bedrag geheven.
3. Voor het begraven van levenloos geboren of kort na de ge
boorte overleden zuigelingen van een meervoudige geboorte,
die in één kist worden begraven, wordt het begrafenisrecht
eenmaal geheven, terwijl van kinderen die, kort na de ge
boorte overleden, in één kist met hun overleden moeder
wordt begraven.
4. Voor het bijzetten van een asbus wordt 905,-- geheven. In
dit bedrag is een onderhoudsrecht begrepen van het graf ge
durende een periode van 2 0 jaar nadat het graf in gebruik
is genomen.
5. De bovenbedoelde rechten worden met 81,-- verhoogd voor
het begraven of bijzetten op werkdagen vóór 07.00 uur en na
17.00 uur, alsmede op zon- en feestdagen, tenzij drie zon-
of feestdagen onmiddellijk op elkander volgen.
De verhoging is niet van toepassing voor het begraven of
bijzetten op buitengewone uren op justitieel gezag of op
medische gronden.
Artikel 5
Tarief uitsluitend recht tot begraven en tot het bijzetten van
asbussen
1. Voor het uitsluitend recht tot begraven gedurende een tijd
vak van 20 jaar in een grafruimte voor 1 stoffelijk over
schot (reserveren grafruimte) wordt onverminderd het in
artikel 4 genoemde recht, 33 0,-- geheven.
2. Voor het uitsluitend recht tot het bijzetten van asbussen
gedurende een tijdvak van 20 jaar in een urnenruimte voor 1
asbus (reservering urnenruimte) wordt onverminderd het in
artikel 4 genoemde recht, 167,-- geheven.
3. Bij elke verlenging van een tijdvak van 10 jaar van het
uitsluitend recht tot begraven in een grafruimte voor 1
stoffelijk overschot wordt een bedrag geheven van 165,--.