2
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt
gehouden
Artikel 5 Belastingtarief
1 De belasting bedraagt per belastingjaar:
a voor een eerste hond 100,--;
b voor een tweede hond 2 00,--;
c voor iedere hond boven het aantal van twee 200,--.
2 In afwijking inzoverre van de voorgaande leden bedraagt de
belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregis
treerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Neder
land, 500,-- per jaar.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Aangifte
Iedere houder van één of meer honden is verplicht daarvan
aangifte te doen. Jaarlijks in de maand januari wordt aan
ieder, die geacht wordt daarvoor in aanmerking te komen,
vanwege het college van burgemeester en wethouders een biljet
tot het doen van aangifte uitgereikt of toegezonden. De houder
van een hond, die vóór 1 februari van het belastingjaar geen
aangifte heeft ontvangen, is verplicht vóór 15 februari daaraan
volgende aangifte te doen door invulling en ondertekening van
een aangiftebiljet, dat kosteloos op het gemeentehuis verkrijg
baar is. Ieder, aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt of
toegezonden, is verplicht dit binnen 14 dagen na de datum van
uitreiking of toezending terug te sturen.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar
tijdsgelang
1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belasting
jaar.
2 Indien tussen 1 januari en 1 juli van het belastingjaar de
belastingplichtige ophoudt houder van een hond te zijn,
zonder dat in de loop van hetzelfde belastingjaar opnieuw
belastingplicht intreedt, wordt voor de helft van de voor de
hond geheven belasting ontheffing gegeven, mits vóór 15 juli
van het belastingjaar, of indien het belastingbiljet een
latere dagtekening heeft dan 30 juni van het belastingjaar,
binnen vier weken na die dagtekening, een aanvrage daartoe
bij het college van burgemeester en wethouders is ingediend.