10
stijgt dan meteen naar 350.000,—, maar we houden nog altijd geld over. De 70% vervoersvoor
ziening zou dus eventueel gehandhaafd kunnen blijven, maar daarover zal in december worden
beslist. Hoewel de overblijvende gelden niet zijn geoormerkt en geen doeluitkering vormen, stelt
het college de raad voor de overblijvende gelden toch voor dat doel te reserveren. Met betrekking
tot de sociaal-culturele accommodaties in Bavel merkt de wethouder op dat het in de bedoeling ligt
op 1 januari 1996 de nieuwe accommodatie te openen. Teneinde zo snel mogelijk met aanbeste
ding en bouw te kunnen beginnen, is het belangrijk de huidige bewoners op zo kort mogelijke
termijn een adequate huisvesting te bieden, desgewenst in Bavel. Gemeentebelangen Bavel vraagt
nog expliciet naar het Jeugdhonk. Voorlopig kan dat nog blijven zitten. Het zal echter niet
gemakkelijk zijn hiervoor een passende accommodatie te vinden. Het college doet een beroep op
de raad om mee te zoeken naar een geschikte lokatie voor deze belangrijke groep. Met betrekking
tot de kinderopvang merkt de wethouder op dat, zoals iedereen weet, de uitbreiding van de
Dribbel inmiddels gerealiseerd is. Ook de dubbele bezetting is nagenoeg rond, dus dat loopt
voortreffelijk. De Speel-o-theek is zeer tevreden met zijn nieuwe huisvesting in de Tweeschaar.
Voor wat het gastouderbureau betreft merkt de wethouder op dat in de beleidsbegroting staat dat
het op termijn onze bedoeling is om ook het gastouderbureau aan te haken bij Dribbel. De
betreffende zin hoort niet in het stuk thuis, want wij hebben eenvoudigweg die bevoegdheid niet.
Wel zal de mogelijkheid worden bezien van een centraal coördinatiepunt voor alle kinderopvang in
Nieuw-Ginneken. De wethouder stelt voor in de commissie Welzijn eens daarover te filosoferen.
Enkele partijen stelden vragen over de buitenschoolse opvang. De wethouder acht dit een
belangrijke groep in het creëren van continuïteit. Hierbij moet echter niet vergeten worden dat
buitenschoolse opvang erg duur is. Je hebt het dan over een lokaal, vervoer en toezicht en dat
voor erg korte tijden. Via het gastouderbureau is dat veel gemakkelijker te doen en gebeurt het
ook eigenlijk al. De wethouder is van mening dat op dit punt het particulier initiatief gestimuleerd
zou moeten worden. Richting Gemeentebelangen Bavel merkt de wethouder met betrekking tot de
huisvestingswet op, dat de RVC medegedeeld heeft bezig te zijn met een spanningsmarktonder
zoek, waarvan de uitslag december/januari verwacht wordt. Tot die tijd wordt op de oude voet
verdergegaan. Nadien kunnen we nog zien of we bijzondere voorrangsregels voor onze eigen
inwoners in een notitie of verordening moeten vastleggen. Het college wil de administratie van de
woningzoekenden laten waar die nu is, namelijk bij Algemene Zaken. De verdere regels zijn bij
de raad bekend. Lijst 6 constateerde een afwijking voor wat betreft de bijstandverlening. Van 79
naar 93 uitkeringen is inderdaad geen 25%. Ook hier is sprake van een omissie van het college.
Men heeft vergeten 5 of 6 IOAZ- en IOAW-uitkeringen op te nemen. Het percentage van 25 klopt
dan wel. Voorts had Gemeentebelangen er de voorkeur aan gegeven de twee groepen die min of
meer de aanleiding vormen tot de verhoging niet met name te noemen. Het college is van mening
dat vermelding best kan, aangezien het hier de werkelijkheid betreft. In de richting van Lijst 6
merkt de wethouder op dat, ook al staan ze niet in de beleidsbegroting vermeld, de ouderen door
het college beslist niet vergeten zijn. Juist na het samenstellen van de beleidsbegroting is het
college begonnen met een onderzoek naar de woon-zorgsituatie van ouderen. De wethouder
verwijst hierbij naar kranteberichten over de zogenaamde WoZoCo's, de woon-zorgcomplexen.
Het betreffende onderzoek is nog in een zo pril stadium dat daarover nog geen mededelingen te
doen zijn. Het onderzoek wordt verricht door de gemeente, de bejaardenbonden en de provincie.
De wethouder verwacht in januari/februari hierover iets meer te weten en komt daarmee dan in de
commissies. Met betrekking tot de asielzoekers stelt de wethouder dat we proberen de door het
rijk opgelegde taak correct uit te voeren. De taakstelling van 2 promille halen we, hetgeen
betekent dat we de volgende jaren terug mogen naar 1 promille. Voorts steunt de wethouder de
door alle partijen gemaakte opmerking dat we dankbaar moeten zijn voor de vrijwilligers die erg
veel tijd aan de asielzoekers besteden. Waarschijnlijk is het voornamelijk aan hen te danken dat de
opvang in zijn algemeenheid erg goed verloopt. Ook vanuit de buurt worden weinig signalen
ontvangen dat er iets mis zou zijn en misschien is dat voor een deel te danken aan het goede
voorlichtingsmateriaal dat voor de mensen beschikbaar is. In de richting van Lijst 6 merkt de
wethouder op dat het niet zo is dat woningzoekenden langer moeten wachten, omdat asielzoekers
voorrang zouden hebben bij de toewijzing van een woning. Jaarlijks krijgen wij namelijk extra
woningen voor het plaatsen van asielzoekers. Op de vraag van Leefbaarheid antwoordt de