19 de relatie tussen beide ook niet helemaal. Met betrekking tot de Kraaijenberg is hij blij dat er een mogelijke herschikking komt van aantallen en soorten woningen. Dat zou een deel van de discussie, met name in Ulvenhout, op kunnen lossen. Voor wat de verruiming van het richtgetal betreft lijkt het hem goed even af te wachten tot er werkelijk wat komt en ons niet blij te laten maken met een dood vogeltje. Met betrekking tot het inschakelen van veiligheidsmensen hoopt hij dat het college daar met andere colleges en met de politie serieus over zal praten, teneinde met vereende krachten samen iets van de grond te kunnen tillen. Voor dit doel heeft zijn fractie best iets over. Tenslotte herhaalt hij zijn vraag om toch vooral terughoudend te zijn met het maken van afspraken ten aanzien van de vervoersregio en de samenwerking tussen stads- en streekgewest. Graag hoort hij daarover het collegestandpunt. De heer POSTHUMA merkt namens de PvdA-fractie op dat het onderwerp veiligheid vanavond kennelijk erg populair is. Een daadkrachtig optreden in deze spreekt ook de PvdA wel aan; hij maant hier echter tot enige voorzichtigheid. Een collegevoorstel is voor zijn fractie nog niet aan de orde. Het lijkt hem verstandiger hierover eerst eens met elkaar in de commissie van gedachten te wisselen. Eén ding wil hij graag duidelijk stellen: zodra het gaat om mensen met enige vorm van opsporingsbevoegdheid, dan horen die wat zijn fractie betreft te zijn ingebed in een politië le organisatie. Daar hoort dat thuis en nergens anders. De mededeling van de heer Platzbeecker dat in 1995 de politie met enkele duizenden mensen zal worden uitgebreid klinkt heel leuk, maar een en ander helpt zeker niet als daardoor het verschil tussen organieke en werkelijke sterkte alleen maar verhoogd wordt. We kunnen hier slechts afwachten. Met betrekking tot het plan Kraaijen berg is hij blij te horen dat er mogelijk een herschikking plaatsvindt van woningen en hij blijft graag op de hoogte van die ontwikkelingen. Volgens het college waren nagenoeg alle woningen verkocht binnen de doelgroep. Hij hoopt er vanuit te mogen gaan dat de rest, die dan niet aan de doelgroep is verkocht, wel binnen onze toewijzingsregels is verkocht. Als het college stelt dat zijn fractie, voor wat het grof vuil betreft, een probleem ziet dat er niet is, moet hij toch opmerken dat ook door andere fracties is geconstateerd dat tegenwoordig weer meer zwerfvuil wordt aangetrof fen. Feiten omtrent afvaldumping en afvaltoerisme zijn echter moeilijk hard te maken. Toch lijkt dit hem een punt dat enige attentie vereist. Met betrekking tot Dribbel merkt hij op dat, als we er nu al zeker van zijn dat Dribbel 30.000,- meer gaat kosten dan begroot, het misschien verstandiger is nu al met een begrotingswijziging te komen. Hij is blij met de toezegging van het college om overblijvende WVG-gelden te reserveren voor volgende jaren, alsook met de toezegging van het college ernaar te streven de vervoersvergoeding te handhaven op 70%. Wat de PvdA-fractie betreft kan het gastouderproject onder bepaalde voorwaarden een rol spelen in de buitenschoolse opvang. Het is nog maar de vraag of daarmee een gemeentelijk initiatief overbodig wordt en graag zag hij dit nog eens besproken in de commissie Welzijn. De VOORZITTER schorst de vergadering tot kwart voor tien voor collegeberaad. De VOORZITTER heropent de vergadering en begint de beantwoording in tweede termijn met het onderwerp openbare orde en veiligheid. Hij zal in dit verband trachten alle opmerkingen gezamenlijk te beantwoorden. Het college stelt voor alle gemaakte opmerkingen met betrekking tot het aanstellen van veiligheidsmensen of dergelijke in eerste instantie te bespreken met het politieteam Zuid-Oost. Vervolgens zal de commandant van team Zuid-Oost worden uitgenodigd om gezamenlijk in een commissievergadering hierover van gedachten te wisselen. Voorts zou een werkgroep kunnen worden ingesteld, die een en ander verder probeert uit te werken. Als de raad hiermee kan instemmen, lijkt het college dit de beste weg. In ieder geval moet de weg via de reguliere politie bewandeld worden. Verder is het dan natuurlijk nodig dat we bereid zijn daar ook wat middelen tegenover te stellen. De heer PLATZBEECKER wijst erop dat de nood groot is en dat een en ander dus niet te lang mag duren. itie hij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 942