9
"De verhouding burgemeester-college-raad dient goed te zijn en gebaseerd op vertrouwen. Alleen
in goed overleg en in goede verstandhouding met elkaar zullen wij een beleid kunnen ontwikkelen
en de instrumenten kunnen hanteren voor een goed bestuur. En dat besturen eist voortdurend
aanpassing aan veranderde opvattingen en aan gewijzigde maatschappelijke verhoudingen.
"Sociaal-economische omstandigheden nopen ons tot herbezinning op de vertrouwde ingeslagen
wegen. De financiële mogelijkheden van de gemeenten worden steeds meer beperkt, ik vertel u
niets nieuws. De lokale overheid is door allerlei maatregelen in het financiële vlak ernstig onder
druk komen te staan: voorbeelden te over:
kortingen op het gemeentefonds;
overheveling van specifieke uitkeringen, terwijl gelijktijdig wordt gekort;
het introduceren van nomeringen die reeds bij de aanvang als ontoereikend worden
bestempeld.
"Bovendien valt bij het rijk een toenemende neiging te signaleren om open einde regelingen te
decentraliseren en de financiële risico's op de gemeenten af te wentelen. Ook Nieuw-Ginneken
ontkomt niet aan die maatregelen, die de financiële positie van onze gemeente voor de komende
jaren voorwerp van zorg zullen doen zijn."
"Ook de discussie met betrekking tot het milieubeleid, zullen ingrijpende consequenties blijven
hebben. Er is een nieuw milieubewustzijn ontstaan. Een belangrijke rol is weggelegd voor de
lokale overheid."
"Niet voor niets hebben wij de grondwettelijke opdracht zorg te dragen voor "de bewoonbaarheid
van ons gebied en de bescherming en verbetering van het leefmilieu".
"Deze opdracht heeft betrekking op het ruimtelijk- en milieubeleid in brede zin met inbegrip van
de zorg voor wonen, werken, verkeer, recreatie en andere ruimtelijke voorzieningen.
"Wij zullen hoge eisen moeten stellen aan de ruimtelijke kwaliteit van ons gebied, en keuzes
moeten maken, waarin nadrukkelijker dan voorheen economische belangen worden gerelateerd aan
de effecten van het milieu. Wij zullen als gemeentebestuur daar in vele facetten mee te maken
krijgen."
"Aan het maken van deze keuzes dient een zorgvuldig besturen ten grondslag te liggen. In het
t algemeen kunnen de gevolgen van het besturen voor de inwoners soms zeer ingrijpend zijn en naar
het gevoel van velen soms ook ontoereikend."
"Zeker, er zijn deugdelijke gronden aan te voeren voor het besturen. De gemeenteraad, het college
van burgemeester en wethouders kunnen als verklaring voor hun feitelijke besturen aanvoeren dat:
de meerderheid dit wenst, of dat de wettelijke regels hen dit verplichten, of dat het algemeen
belang hun tot bepaalde handelingen noopt.
"Maar het is ook zo, dat "de wil van de meerderheid" in bepaalde gevallen ernstig afbreuk doet
aan oprechte gevoelens en verlangt van de minderheid en dat wettelijke regels soms tegen het recht
ingaan, of anders gezegd "dat de regel van de wet pas recht wordt wanneer deze wordt toegepast
in de zin van de gerechtigheid". En dat: "het algemene belang" het resultaat is van belangenafwe
ging door mensen aan wie inherent is dat wat zij van belang achten wordt bepaald door hun eigen
waarden en normen.
"Dames en heren, leden van de raad, het zou mij een eer zijn in Nieuw-Ginneken bij te mogen
dragen aan een bestuur dat gekenmerkt wordt door een bewust streven naar objectiviteit en
zorgvuldigheid. Daar bedoel ik mee dat we eerlijk zijn tegenover ons zelf, dat we onpartijdig staan
tegenover de ander, dat we openstaan voor andere meningen en dat wij ons vrij houden van