(to®
GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN
X X
V X
De Raad van de gemeente Nieuw-Ginneken
gelezen de circulaire d.d. 21 juli 1994, nr. ARZ/406037 van het
Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1
december 1994, nr. 4;
gelet op de betreffende bepalingen van de Ambtenarenwet:
BESLUIT
Vast te stellen de navolgende (2e) wijziging van de Uitke
ringsverordening
Artikel 8 komt als volgt te luiden:
"1. Het bedrag van de uitkering is gedurende de eerste twee
maanden gelijk aan 87% van de bezoldiging, gedurende de
volgende twee maanden 77% en vervolgens 67% van de be
zoldiging
2. Het bedrag van de uitkering is gedurende de termijn van de
bijzondere verlenging ingevolge artikel 6, vierde lid, 67%
van de bezoldiging.
3. Bij intrekking van de Wet van 20 december 1984 (Stb. 1984,
657) worden de percentages, genoemd in het eerste en
tweede lid, met 3 procentpunten verhoogd.
Artikel 28 en 29 worden vernummerd tot artikel 29 en 30. Er
wordt een nieuw artikel 28 ingevoegd, luidende als volgt:
"Artikel 28
Degene aan wie voor 1 januari 1995 een uitkering is toegekend
op grond van de uitkeringsverordening zoals deze luidde voor 1
januari 1995, en waarvan de duur doorloopt tot na 31 december
1994, behoudt wat betreft de hoogte van deze uitkering de aan
spraken zoals deze zijn vastgelegd in evengenoemde ver
ordening
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari
1995