lokatie. Met het oog op de toekomstige behoefte, pleit hij er
voor ineens met 4 lokalen uit te breiden. De voordelen daarvan
staan in de stukken opgesomd. De financiële consequenties van
een en ander kan hij niet duidelijk in de stukken lezen; kan
het college daar nog wat over zeggen?
De heer J. VAN GILS heeft ook gisteravond al gezegd dat zijn
fractie accoord kan gaan met de herhuisvesting van zowel het
bijzonder als het openbaar onderwijs in BavelNu de afbraak
van de Tweeschaar is verlaten, kan hij met het voorstel in
stemmen. Hij complimenteert de voorzitter met het zo snel
vinden van een nieuwe bestemming voor dit gebouw. Mocht dit
onverhoopt niet doorgaan, dan verwacht hij dat er opnieuw naar
een andere bestemming wordt gezocht. In het heden aangereikte
stuk mist hij de renteverliezen die gaan ontstaan doordat 2
lokalen eerder worden gebouwd. Hij constateert dat de kosten
voor het hebben van gebouwen boven de norm door het openbaar
onderwijs moeten worden betaald. Het betreft hier een totaal
bedrag van 3.000,-- waarbij de lokalen leeg moeten blijven
staan. Hij verwacht niet dat dat gebeurt, maar laat dat aan de
bestuurscommissie openbaar onderwijs over. Hijzelf verwacht
dat de kosten hoger zullen zijn, maar misschien dat de bespa
ring van 27.000,-- door het ineens bouwen van de 4 lokalen
enigszins opweegt tegen de renteverliezen.
De heer VAN DE PUT schaart zich achter de voorstemmers, maar
heeft nog wel enige problemen. Hij denkt dat het bedrag van
27.000,-- niet helemaal hard is. Verder vraagt hij enige
verduidelijking over de gebouwafhankelijke vergoedingen. Ook
vraagt hij zich af of met de besparing de gelijkwaardigheid
van het bijzonder onderwijs wordt erkend. Hij ziet ook niet in
dat, op die 3.000,-- na, het hele verhaal in de exploitatie
sfeer geen financiële consequenties naar het bijzonder onder
wijs zou hebben. Tevens memoreert hij de toezegging van het
college dat elke stap die gezet wordt, vroegtijdig bij de
commissie ABAM zal worden gemeld. Hij blijft toch een beetje
angst houden; wat doen we als de zaak uit de hand loopt?
De heer WILLEMSEN heeft tijdens de extra commissievergadering
gisteren al aangegeven waarom hij, indien financieel mogelijk,
voorstander is van het bouwen van meteen 4 lokalen bij de
Toermalijn. Die argumenten vindt hij terug in de heden aange
reikte notitie. Het bijbouwen van 4 lokalen zal de rust van
het onderwijs garanderen.
De heer VAN GESTEL vindt dat er een goede oplossing is gevon
den voor de totale problematiek. Enerzijds kunnen nu de scho
len op één lokatie met voldoende lokalen functioneren; ander
zijds is er een goed alternatief gevonden voor de Tweeschaar.
De laatste 5% moeten nog wel worden afgewacht, maar daar heeft
hij alle vertrouwen in. Na lezing van de stukken, waarin de
prognoses zijn gegeven van lokalen en financiën, heeft hij de
indruk dat voor- en nadelen ruimschoots tegen elkaar opwegen.
Met betrekking tot het bestemmingsplan hoopt hij dat het
college een en ander in de geplande tijd kan rondkrijgen. Tot
slot complimenteert hij allen die meegewerkt hebben aan een