3. Geen inspraak wordt verleend:
a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een
eerder vastgesteld beleidsvoornemen;
b. indien inspraak bij of krachtens de wet is uitgesloten;
c. indien sprake is van uitvoering van regelingen van
hogere overheden waarbij van enige beleidsvrijheid geen
sprake is.
Paragraaf 3 Subject van inspraak
Artikel 3
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen van de gemeente en in
de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen.
Paragraaf 4 Inspraakprocedure
Artikel 4
Op de in deze verordening bedoelde inspraakprocedure is afde
ling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige
toepassing
Artikel 5
Burgemeester en wethouders stellen voor elk beleidsvoornemen,
waarop inspraak wordt verleend, een inspraakprocedure vast. De
inspraakprocedure omvat
a. de wijze waarop inspraak wordt verleend;
b. een termijnstelling;
c. een omschrijving van de mate waarin en de voorwaarden waar
onder de in artikel 3 genoemden invloed op het beleidsvoor
nemen kunnen uitoefenen.
Artikel 6
Burgemeester en wethouders kunnen de inspraakprocedure wijzigen
in die gevallen waarin de vaststelling van het beleidsvoornemen
zulks vereist. Zij geven hiervan kennis overeenkomstig het
gestelde in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht.
Paragraaf 5 Eindverslag
Artikel 7
1. Ter afronding van de inspraak maken burgemeester en wet
houders een eindverslag op.
2Dat eindverslag bevat in ieder geval
a. een overzicht van de gevolgde procedure;
b. een weergave van de zienswijzen, die tijdens de inspraak
mondeling of schriftelijk zijn ingebracht;
c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen om
kleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot
aanpassing van het beleidsvoornemen zou kunnen worden overgegaan.