heeft niet meer tot problemen geleid, reden waarom de raad zal worden voorgesteld af te zien van verder kostbaar onderzoek. Het klopt dus niet wat in de notitie staat, het onderwerp komt opnieuw in de commissie. De heer WILLEMSEN maakt een opmerking met betrekking tot punt J, informatie van G.S. over de voortgang van de Nieuwe HSL-nota. Verschillende gemeenten zijn momenteel bezig samen be zwaar te maken tegen de flitstrein. Hij hoopt dat het college, in tegenstelling tot de vorige keer, nu ook stelling zal nemen tegen deze HSL, speciaal voor de kern Galder, waar deze trein zeker voor de nodige overlast zal zorgen. De VOORZITTER zegt toe deze zaak samen met de andere gemeenten te zullen bekijken en daar later zeker bij de raad op terug te komen. De heer MARTENS vindt het belangrijk, hoewel punt M, evaluatie van het tuinbouwproject Nieuw-Ginneken/Breda, uitvoerig in de commissie Welzijn is besproken, hierover toch nog een paar opmerkingen te maken. Helaas moeten we constateren dat dit project mislukt is, maar laat dat een signaal zijn naar met name de rijksoverheid dat het ontzettend moeilijk is langdurig werklozen aan de slag te krijgen. Hijzelf heeft uit dit project twee leringen getrokken: 1) bij sommigen heeft het alles te maken met de mentaliteit; 2) vooral bij langdurig werklozen heeft men het aspect arbeidsritme toch enigszins onderschat. De heer GOOS verbaast zich erover dat voorgesteld wordt deze nota voor kennisgeving aan te nemen. Destijds is afgesproken dat in de raad geëvalueerd zou worden en dat de daaruit voort komende signalen zouden worden benut en elders zouden worden afgegeven. De VOORZITTER stelt dat het college uit de commissie begrepen heeft dat het voorstel zo gedaan kon worden. Echter, wanneer de raad dat wenst, zal het onderwerp in zijn volledigheid terug komen in de raad, dus inclusief de extra daarbij te betrekken zaken die niet in de nota voorkomen, zoals opgemerkt door de heer Zwijnenburg. De notitie zal daartoe wat verder worden uitgewerkt. De heer H. VAN GILS vraagt, met het oog op de alsmaar voortschrijdende tijd, dit zo snel mogelijk te doen. We komen anders in een probleemperiode terecht. De VOORZITTER merkt op dat er alleen dan problemen ontstaan wanneer met de nota moet worden verdergegaan. De commissie heeft in meerderheid uitgesproken niet verder te willen gaan met dit project en in die zin heeft het college gemeend de nota vanavond in deze vorm te moeten voorleggen. De heer H. VAN GILS vraagt zich af welke waarde het CDA nog aan een dergelijke evaluatie wil toevoegen. Hij acht het niet zinvol om te discussiëren over zaken waar we niets mee kunnen. Hij vindt het prima daar in de commissie nog eens over te spreken, maar ziet er geen heil in dat als apart agendapunt in de raad te brengen. De heer MARTENS is het eens met de heer H. van Gils. Ook hij vraagt zich af wat de meerwaar de kan zijn van een uitgebreide raadsbespreking. Wethouder ROPS is van mening dat het belangrijk is een en ander naar het ministerie te zenden, zodat men daar op de hoogte is van wat hier tot stand gekomen is en wat er mislukt is. Daarbij dient duidelijk het signaal gegeven te worden dat het mislukken naar onze mening vooral te wijten is aan de mentaliteit en aan het ontbreken van werkritme. Daar is hij het volkomen eens met de heer Van Gils. Verder staat alles duidelijk in de nota; het is gewoon een kwestie van lezen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 141