De heer GEERTS vindt dit niet juist. Een van de kritiekpunten was juist dat niet alles in de nota
stond. Bij het uitzetten van het traject vorig jaar heeft hij al gezegd dat, wanneer het zou blijken
niet te kunnen, we dat helder en duidelijk moeten maken. Nu het project mislukt is, is hij van
mening dat een en ander in een expliciete raadsuitspraak duidelijk gemaakt moet worden.
De heer MARTENS merkt op dat dan toch eerst de nieuwe elementen in de raadscommissie
besproken moeten worden. Vanuit die commissie kunnen we dan ook bepalen of het al dan niet in
de raad moet.
De heer ZWIJNENBURG stelt dat uitgangspunt voor het CDA is het indertijd genomen raadsbe
sluit geld beschikbaar te stellen om een probleem in de landbouw op te lossen. Uitgangspunt was
tevens dat, als zou blijken dat met de krachten die daar mochten werken het probleem niet werd
opgelost, we dat zouden evalueren en de resultaten richting ministerie zouden gebruiken als
argument om mensen van buiten de EEG te werk te stellen. In de evaluatie vindt hij hier niets van
terug. Deze evaluatie gaat uit van het probleem van de werknemer, terwijl de raad geld beschik
baar stelde om aan de problemen van de werkgevers in de landbouw tegemoet te komen. Hij
vraagt daarvan een evaluatie en doorzending van de resultaten naar het ministerie.
De VOORZITTER proeft toch dat er bij menigeen nog twijfels bestaan over de uitkomst. Het lijkt
haar goed daar in een notitie nog op terug te komen in de commissie, waarna dan nog een
discussie in de raad kan volgen.
Ten aanzien van de overige ter inzage liggende stukken wordt besloten zoals op de agenda is
voorgesteld.
4. VOORSTEL OM NOGMAALS TE BESLUITEN DAT DE GEHELE GEMEENTE
NIEUW-GINNEKEN DEEL MOET GAAN UITMAKEN VAN DE NIEUW TE
VORMEN GROENE GEMEENTE.
De VOORZITTER zegt namens het college het volgende: Sedert het besluit van Provinciale Staten
van Noord-Brabant d.d. 2 september 1994, waarbij het herindelingsplan stadsgewest Breda werd
vastgesteld, is een aantal belangrijke momenten gepasseerd. Om te beginnen is daar het initiatief
van de Vereniging Dorp Bavel om een referendum te houden over het besluit van uw raad om de
hele gemeente nieuw-Ginneken deel te laten uitmaken van de nieuw te vormen Groene Gemeente.
Ons voorstel daartoe om hernieuwd en bevestigend hiertoe over te gaan, werd op 31 januari jl.
aangehouden. Tegelijk werd besloten om op basis van een unaniem door uw raad aanvaarde motie
een door de gemeente te organiseren referendum uit te schrijven. Op 8 maart jl. werd hiertoe
overgegaan en het resultaat was alleszeggend. 97,17% danwel 6919 voorstemmers met een
opkomstpercentage van 76,86%. Verder heeft ons college op 14 maart daaropvolgend de
toegezegde uitgangspunten van de staatssecretaris ontvangen over de bestuurlijke organisatie van
Nederland. Deze visie van de staatssecretaris is helder. Bij de vernieuwing van de bestuurlijke
organisatie is het primaat van de hoofdstructuur van drie bestuurslagen uitgangspunt en doel. Een
krachtig lokaal bestuur is als uitgangspunt hoofddoel bij uitstek en de gemeenten zullen daartoe
moeten worden toegerust en een adequaat gemeentelijke schaal is noodzakelijk om te voorkomen
dat opnieuw voor veel taken intensieve intergemeentelijke samenwerking noodzakelijk blijkt. De
aard en het karakter van de lokale taken is van groot belang bij het bepalen van de schaal van de
gemeente. Klip en klaar mag hieruit worden geconcludeerd dat niet langer de gemeentelijke
herindeling dreigt ondergeschikt te worden gemaakt aan de bijstelling van de samenwerkingsgebie
den. Eerst herindeling van gemeenten op een krachtige en doeltreffende wijze en vervolgens wordt
bezien of er nog een noodzaak is om vanuit efficiëntie-overwegingen te komen tot een samenwer
kingsverband. Het bij het initiatief van de Groene Gemeente voortdurend door Gedeputeerde
Staten (G.S.) ter sprake gebrachte spookbeeld van de gebiedsindeling van de nieuwe samenwer
kingsverbanden is dus achterhaald. Verder is ons uit jurisprudentie gebleken dat aandacht geven
4